Haat op social media

Wolff zag haat op social media na Dutch GP: "Heeft geen plek in de F1"

Sam Hall & Brian van Hinthum 8 sep 2022 11:28Donderdag 8 september 2022 11:28 Laatste update: 14:08

Toto Wolff is helemaal klaar met de hoeveelheid haat die zowel zijn team als collega's ontvangen rondom zaken die gebeuren tijdens een race en op de grid. De Oostenrijker vindt dat dit soort zaken eens tot een halt geroepen moeten worden en totaal niet thuishoren in een sport als de Formule 1.

Wolff leek zondag met een sterke strategie rondom Lewis Hamilton kans te maken op de zege in de duinen. De Brit ging voor een één-stopper, waarmee het leek dat hij Max Verstappen wellicht in de luren zou kunnen leggen. Er ontstond echter roet in het eten op het moment dat Yuki Tsunoda zijn auto vlak na de pitstraat parkeerde. Het zorgde voor irritatie bij Wolff. "Als we nu voor het kampioenschap zouden vechten, dan zou dit iets zijn waar ik goed naar zou kijken. Dat veranderde waarschijnlijk de uitkomst van een race die we misschien hadden kunnen winnen", zei hij onder meer.

Artikel gaat verder onder video

Haat en gescheld

De woorden waren onder meer gericht in de richting van Hannah Schmitz, hoofdstrateeg bij Red Bull Racing, die al snel het verwijt kreeg de race gemanipuleerd te hebben met een vermeende call richting Tsunoda. Het zorgde voor een waterval aan haat en een hoop verdeeldheid op social media, iets waarvan ook Wolff walgt. "Emoties liepen hoog op op social media na de laatste race. Maar haat en gescheld in de richting van ons team en onze tegenstanders hebben geen plek in de Formule 1", begint de Oostenrijker.

Weekend in Zandvoort

Hij vervolgt: "We vechten hard op de baan, maar hebben altijd respect voor onze rivalen", zegt de teambaas. Hij laat die boodschap voor wat het is en denkt nog even terug aan de race in Zandvoort. "We hadden niet de snelste auto tijdens het weekend van de Dutch Grand Prix, maar het team heeft het fantastisch gedaan door ons in de strijd om de overwinning te brengen. We moeten ervoor zorgen dat we vaker in die positie zitten", besluit hij.