De geschiedenis van de naam 'Grand Prix' is misschien verwarrend, maar wel ontzettend interessant. De voertaal in de Formule 1 is tegenwoordig Engels, dus waarom noemen we het nog steeds een Grand Prix, wat Frans is voor Grote Prijs? We duiken diep de boeken in om te ontdekken wat er meer dan honderd jaar geleden speelde in de autosport.
Eind negentiende eeuw bestonden races uit tijdritten van stad naar stad. Het evenement dat wordt beschouwd als de eerste autorace, is de Paris-Rouen van 1894. Zoals de naam zegt, was het een race van Parijs naar Rouen, maar de officiële naam was de Concours du 'Petit Journal' Les Voitures sans Chevaux. Naar het Nederlands vertaald is dat de 'Wedstrijd voor Koetsen zonder Paarden' en het werd georganiseerd door Le Petit Journal wat destijds een krant was. Graaf Jules-Albert de Dion kwam als eerste aan de finish, maar werd gediskwalificeerd, omdat zijn stoomauto een stoker nodig had en dat was verboden. Zeven jaar later in 1901 komt de naam Grand Prix pas voor het eerst naar voren.
Grand Prix verkeerd begrepen
In 1900 werd een race van Pau naar Tarbes naar Bayonne en weer terug naar Pau gehouden en een ronde was meer dan 330 kilometer lang. Het evenement heette de Circuit du Sud-Ouest, wat Nederlands is voor de Ronde van het Zuidwesten. Een jaar later werden de eerste prijzen aan winnaars uitgedeeld die de naam 'Grand Prix' hadden. De Grand Prix de Pau was de klasse voor auto's van 650 kilogram of zwaarder. De Grand Prix du Palais d'Hiver was opgedeeld in tweeën: één voor auto's tussen de 400 en 650 kilogram en één voor auto's lichter dan 400 kilogram. De prijzen werden dus de Grands Prix genoemd, maar de race zelf niet. Dit werd waarschijnlijk verkeerd vertaald door de Engelse pers, zij dachten dat een race een Grand Prix werd genoemd.
De eerste echte Grand Prix
De Automobile Club de France (ACF) was de eerste organisatie die een race officieel een Grand Prix noemde. In 1906 werd de Grand Prix de l'Automobile Club de France, simpelweg de Grote Prijs van Frankrijk, gehouden rond Le Mans. Hongaar Ferenc Szisz won het 1238 kilometer lange evenement na twaalf uur en een kwartier in zijn Renault. De ACF speelde vanaf de jaren 20 echter een politiek spelletje. De Paris-Bordeaux-Paris van 1895, de eerste autorace die hetzelfde startpunt als eindpunt had, werd met terugwerkende kracht omgedoopt tot de I [de Romeinse 'I' om aan te geven dat het de eerste was] Grand Prix de l'Automobile Club de France. De race rond Le Mans van 1906 werd bekend als de IX Grand Prix de l'Automobile Club de France. De ACF claimde dus races die ze zelf niet hadden georganiseerd. Zo valt er over te betwisten of de naam Grand Prix nou stamt uit 1895, 1901 of 1906.
Kampioenschappen voor Formule 1
Tot en met 1924 werden alleen losstaande races gehouden, maar de naam Grand Prix werd steeds vaker overgenomen uit traditie. Waarschijnlijk om naamsbekendheid te krijgen én er waren ook simpelweg veel Franse organisaties en races. Vanaf 1925 werd het eerste kampioenschap gehouden: het wereldkampioenschap voor constructeurs, georganiseerd door de in 1904-opgerichte Association Internationale des Automobile Clubs Reconnus (AIACR). Deze organisatie kennen we tegenwoordig als de FIA. De vier belangrijkste Grands Prix werden uitgekozen: de Indianapolis 500, de Belgische GP op Spa-Francorchamps, de Franse GP in Montlhéry en de Italiaanse GP op Monza. Alleen daar werden punten voor gescoord. Alfa Romeo versloeg onder andere Duesenberg en Bugatti met de minste punten. In die tijd kreeg je één punt voor een overwinning, twee punten voor een tweede plek, enzovoort, dus het merk met de minste punten won. In 1931 kwam de AIACR met het Europese kampioenschap voor rijders. Alfa Corse-teamgenoten Giuseppe Campari en Ferdinando Minoia scoorden even weinig punten, maar omdat de laatstgenoemde meer kilometers had gereden, won hij de titel.
Grands Prix naast Formule 1
In 1947 werden de eerste technische reglementen van de Formule 1 opgesteld en gebruikt en na drie seizoenen met slechts losstaande Grands Prix, werd in 1950 het eerste Formule 1-kampioenschap gehouden. Net als in de 20'er- en 30'er-jaren werden er in de 50'er- en 60'er-jaren veel Grands Prix verreden. Voor alleen de belangrijkste races die de FIA had uitgekozen, konden er punten worden gescoord voor de wereldkampioenschappen. De laatste Formule 1-race die niet meetelde voor de puntenstand, was de Race of Champions van 1983 op Brands Hatch die werd gewonnen door Williams-coureur en toenmalig titelverdediger Keke Rosberg. Tegenwoordig zijn er nog twee nationale Grands Prix die buiten de Formule 1 worden gehouden.
De Grand Prix van Macau op het befaamde stratencircuit van Guia is daar één van. Deze race hoort te worden gehouden met Formule 3-auto's, maar door de pandemie maakt het sinds 2020 deel uit van het Chinees Formule 4-kampioenschap. Nederlander Richard Verschoor was de laatste Formule 3-winnaar op de krappe, maar snelle baan. De andere is de Grand Prix van Nieuw-Zeeland, dat deel uit maakt van de Toyota Racing Series. Verschoor is naast Roberto Moreno tot nu toe de enige die beide races op zijn naam wist te schrijven.