Ferrari heeft nog flink wat werk te doen nadat Max Verstappen beide bolides van het Italiaanse team wist te verschalken tijdens Grand Prix van Miami, zo vindt voormalig Formule 1-coureur Marcus Ericsson.
Tijdens de openingsraces van het jaar leek er nog weinig verschil te zitten tussen de wagens van Red Bull Racing en Ferrari, maar na de updates in Imola lijkt het Oostenrijkse team een voorsprong te hebben genomen. Vooral de gevonden topsnelheid van de RB18 is een machtig wapen in de huidige generatie Formule 1-auto's. De Scuderia, die met de F1-75 wellicht de snelste wagen heeft, lijkt maar geen antwoord te hebben op de topsnelheid van Red Bull. Het zorgt ervoor dat de titelstrijd voor beide kampioenschappen weer geheel open ligt.
Schepje er bovenop
Tweevoudig IndyCar-racewinnaar Ericsson reageert tijdens de F1 Nation podcast op de vraag of het momentum op dit moment bij Red Bull Racing ligt. "Ik heb het gevoel van wel. Ze hebben Charles [Leclerc] nu al twee keer ingehaald en dat terwijl hij een betere baanpositie had. Maar het voelt alsof ze gewoon net iets meer tempo hebben, vooral in de races", legt de 31-jarige Zweed uit. Hij ziet dan ook dat Ferrari aan de bak mag. "Ik denk dat Ferrari echt nog wel wat werk te doen heeft om dat terug te krijgen. Het zit nog steeds wel erg dicht bij elkaar, maar Max doet het heel, heel goed", aldus Ericsson.
Tandje bijzetten
Verstappen kwalificeerde zich in Miami als derde, maar liet tijdens de start van de race direct zien wat hij die middag wilde doen. De Nederlander haalde Carlos Sainz in de eerste bocht in, die vanaf P2 startte en zo'n tien ronden later was Charles Leclerc het volgende doelwit. Na de safety car-herstart werd het nog even spannend en de Monegask kon zijn rivaal tot een paar tiende naderen, maar echt gevaar was er niet. "Het was erg indrukwekkend om te zien hoe Red Bull en Max een tandje bijzetten als het moet", concludeert hij.