Max Verstappen hoopt dit jaar zijn wereldkampioenschap te prolongeren, maar het Formule 1-seizoen van 2022 kent voor de Nederlander geen goede start. De Red Bull Racing-coureur is echter niet de eerste die dit overkomt. In deze special werpen we een blik op een aantal coureurs (want er zijn er meer) die als regerend wereldkampioen slecht aan hun titelverdediging begonnen.
Verstappen legde na een zinderend seizoen eind 2021 beslag op zijn eerste wereldkampioenschap in de Formule 1. Tijdens de slotronde in Abu Dhabi troefde hij Lewis Hamilton af, waarmee hij de dominante reeks van de zevenvoudig wereldkampioen doorbrak. Een wisseling van de wacht kwam zodoende tegelijkertijd met het aanbreken van een nieuw tijdperk in de koningsklasse. Dit nieuwe hoofdstuk is voor de Limburger echter niet goed begonnen. Zowel in Bahrein als in Australië viel Verstappen uit met betrouwbaarheidsproblemen aan zijn RB18, waardoor hij na drie races met 25 punten op de zesde stek in het kampioenschap staat. Een slecht begin, maar het kan slechter.
Mika Hakkinen - 1999 & 2000
Te beginnen met Mika Hakkinen. De Fin legde in 1998 beslag op zijn eerste wereldtitel, maar het seizoen van 1999 begon knap beroerd voor de inmiddels 53-jarige analist. Tijdens het openingsweekend in Australië kwalificeerde hij zich met een halve seconde marge op pole position, maar tijdens de opwarmronde kwam hij met moeite van zijn plek. De race begon vervolgens goed. Na 12 ronden was hij al 20 seconden weggereden bij de concurrentie, maar tijdens een herstart achter de safety car staken problemen met de versnellingsbak de kop op.
Twee uitvalbeurten, één overwinning
De groene vlag werd gezwaaid, maar Hakkinen kwam nauwelijks vooruit. Het leidde tot een bizar tafereel waarbij het hele veld op laag tempo achter de Fin aanhobbelde, tot hij over start/finish kwam en er weer ingehaald mocht worden. Uiteindelijk viel hij stil en kreeg een DNF achter zijn naam. Vervolgens won hij in Brazilië, om in San Marino opnieuw uit te vallen. Twee uitvalbeurten en één overwinning in drie races. Klinkt bekend? Dat jaar werd Hakkinen alsnog wereldkampioen, dus er is nog hoop voor Verstappen en zijn achterban. In 2000 begon hij het seizoen vervolgens met twee DNF's, waarna hij na een zinderend gevecht met Michael Schumacher tweede werd in het wereldkampioenschap.
Michael Schumacher - 2005
De Formule 1 werd tussen 2000 en 2004 gedomineerd door Michael Schumacher. In dienst van Ferrari won de Duitser vijf keer achter elkaar het wereldkampioenschap, om zijn totaal op zeven te brengen. In 2005 kwam hier echter abrupt een eind aan. Waar Schumacher in 2004 nog 13 van de 18 Grands Prix won, kwam hij het jaar hierop slechts één keer als eerste over de streep. Dit gebeurde tijdens de controversiële Grand Prix van de Verenigde Staten, waar maar zes auto's aan de start verschenen.
Bandenreglement 2005
In Melbourne begon het seizoen direct slecht. Na een mislukte kwalificatie en een motorwissel moest Schumacher achteraan starten. Hij wist zich naar de achtste stek te vechten, om vervolgens door de Williams van Nick Heidfeld uit de race geknikkerd te worden. Verder was het vooral het bandenreglement dat Ferrari en Schumacher dat jaar de kop kostten. Men mocht tijdens de race geen aanpassingen aan het rubber meer doen. De banden van Bidgetstone waren snel, maar versleten ook op hoog tempo. Gedurende de race nam de grip hierdoor enorm af. Een groot voordeel voor de teams op Michelin-banden. Dit rubber was aanzienlijk minder snel, maar een stuk duurzamer. Hierdoor ging het gevecht om de wereldtitel tussen Mclaren en Renault.
Lewis Hamilton 2009
Het seizoen van 2009 is er voor Lewis Hamilton eentje waar hij ongetwijfeld niet graag aan terugdenkt. De Brit legde het jaar hiervoor beslag op zijn eerste wereldkampioenschap met McLaren, maar in 2009 gingen - net als dit jaar - de aerodynamische regels op de schop. McLaren onderschatte de impact hiervan enorm, en werd zo overrompeld door een aantal teams die het seizoen van 2008 hadden opgeofferd om zo vroeg mogelijk aan de ontwikkeling van de nieuwe wagen te beginnen. Dit was onder andere het jaar van de roemruchte dubbele diffuser van het team van Brawn.
Gelogen tegen de stewards
Naast het missen van de boot qua ontwikkeling, werd het seizoen voor McLaren afgetrapt met een groot schandaal. Na een mislukte kwalificatie startte Hamilton in Melbourne als achttiende, maar hij wist zich op indrukwekkende wijze naar de derde plek te vechten. Enkele dagen later kwam echter aan het licht dat zowel Hamilton als sportief directeur van McLaren Dave Ryan tegen de stewards hadden gelogen over het voorbij laten van Jarno Trulli achter de safety car.
Groot schandaal
Trulli raakte tijdens de safety car-periode van de baan, waardoor Hamilton aan hem voorbij ging. McLaren gaf de Brit vervolgens opdracht Trulli weer voorbij te laten, maar ontkende dit later tegenover de stewards. Trulli kreeg hierdoor een tijdstraf van 25 seconden voor inhalen achter de safety car. De aap kwam uit de mouw. Hamilton veloor zijn podium, Ryan verloor zijn baan. Het leidde tot een groot schandaal in een jaar waarin Hamilton een paar races won, maar zich niet kon mengen in het gevecht om de wereldtitel.
Tot slot in dit lijstje: Sebastian Vettel. Vettel en Red Bull Racing waren tussen 2010 en 2013 een onverslaanbare combinatie. De Duitser schreef vier keer achtereenvolgend het wereldkampioenschap op zijn naam, terwijl zijn team hetzelfde kunstje flikte bij de constructeurs. In 2014 brak echter het hybride-tijdperk aan in de Formule 1, en daarmee kwam er een einde aan de succesreeks.
Betrouwbaarheidsproblemen
Mercedes meldde zich als nieuwe dominante factor op het veld, terwijl Red Bull Racing kampte met grote betrouwbaarheidsproblemen aan de Renault-krachtbron. Daarnaast kon Vettel niet met zijn auto overweg. In Australië gaf zijn motor tijdens de trainingen de geest, kwalificeerde hij zich slechts als dertiende en viel hij op zondag na drie ronden uit met wederom technische problemen. Vettel wist het hele jaar geen race te winnen, en besloot aan het eind van het seizoen om naar Ferrari te vertrekken.