We horen het geregeld voorbij komen op de boordradio: coureurs die elkaar niet kunnen volgen of in ieder geval niet dicht bij genoeg kunnen komen. Op een recht stuk achter je voorligger slipstreamen, dat is geen probleem. Volgen in de bochten, dat is een ander verhaal. In dit artikel nemen we je mee in de wereld van de luchtwervelingen.
Het probleem dat Formule 1-auto’s elkaar niet goed kunnen volgen is vooral gekomen met de introductie van de auto van 2017. De hedendaagse bolides zijn dan ook een evolutie van die blauwdruk. Bernie Ecclestone, destijds Formule 1-baas, introduceerde een grotere en bredere auto. Formule 1 moest er weer wat stoerder uit gaan zien, zo vond hij. De lengte van de auto’s variëren tussen de 498 en 525 cm. De breedte mag maximaal 200 cm zijn. Dat zijn grotere auto’s dan in de periode ervoor.
Moeilijk inhalen
Met die grotere auto’s alleen al, is het lastiger om in te halen. De circuits groeien namelijk niet automatisch mee. Dit probleem kennen we in Monaco, daar is het circuit zo smal dat een inhaalpoging eerder uitzondering dan regel is. Daarnaast zitten er allerlei verschillende vleugels en flapjes op de wagens om neerwaartse druk te creëren. Ook de diffuser, deze bevindt zich aan de achterkant van de bodemplaat, creëert neerwaartse druk, ook wel downforce genoemd. Kort gezegd, deze downforce is fijn voor de auto die ermee rijdt, maar kan een ramp zijn voor de auto die volgt. De lucht die langs al die flapjes en vleugels gaan, drukken de auto namelijk naar beneden. Maar die lucht volgt de complexe lijnen van een Formule 1-bolide en wordt eigenlijk achter de auto verstrooid.
Slipstreamen
Om te kunnen slipstreamen, moet een coureur op een recht gedeelte van de baan achter een andere auto zitten. Denk aan het rechte stuk na start-finish op het circuit van Sotsji. Vaak is degene die vanaf plek twee of drie start blijer dan de man op pole. Degene op plek twee kan namelijk achter de leidende man aanrijden als er is gestart. De vanaf pole vertrekkende coureur slaat namelijk een gat in de lucht en de coureur die erachter rijdt kan daarvan profiteren. Die heeft simpelweg minder luchtweerstand. Daarnaast heeft het slipstreamen een soort zuigend effect, de achterliggende auto wordt bijna naar de voorste auto toegetrokken.
Dirty air
Slipstreamen werkt dus op rechte stukken, maar in de bochten moet je dan ook kunnen profiteren toch? Nee, dat werkt toch anders. De downforce zorgt ervoor dat een coureur zoveel mogelijk snelheid kan meenemen in de bochten. De lucht waar de voorste auto doorheen rijdt, wordt door zijn vleugeltjes en flapjes enorm verstoord. Deze verstoorde lucht, ook wel dirty air genoemd, komt vervolgens op de achterligger. Ook die achterligger wil natuurlijk schone lucht hebben, waardoor hij de maximale neerwaartse druk in de bochten heeft. Alleen door deze verstoorde lucht, die alle kanten opgaat, krijgt de achteropkomende partij niet hetzelfde effect en de auto werkt dan aerodynamisch veel minder goed met als gevolg dat er minder grip is. Als de coureur met dezelfde snelheid als de voorligger er doorheen zou gaan, dan zou hij hoogstwaarschijnlijk naast de baan liggen.
Het team van Mercedes staat erom bekend dat zij een auto bouwen die het beste werkt in de vrije lucht. Nu hebben meer teams die filosofie, maar de tactiek bij Mercedes was jarenlang om de auto op pole position neer te zetten, zodat ze konden profiteren van de vrije en schone lucht. Als ze vervolgens niet op pole stonden, dan hadden ze vaak een moeilijke race. Die auto was er namelijk niet op gebouwd.
Nieuwe auto's
De Formule 1 is bekend met het probleem en wil meer actie op de baan hebben. Daarom dat er voor volgend jaar een heel nieuw concept is gepresenteerd. De nieuwe auto maakt gebruik van het grondeffect. Met het grondeffect wordt er op een andere manier neerwaartse druk gecreëerd. De nieuwe generatie auto’s zouden dan minder last moeten hebben van dirty air, wat racen weer zou moeten bevorderen. Of dit ook zo uitpakt, zal volgend jaar blijken.