Max Verstappen kijkt met een goed gevoel vooruit op de Turkse Grand Prix van aankomend weekend. De Nederlander denkt dat alle teams nog veel te leren hebben op dit relatief onbekende circuit, en dat het dus afwachten wordt welk team het sterkste blijkt te zijn.
De Grand Prix van Turkije verdween aan het einde van 2011 van de Formule 1-kalender, omdat de organisatoren van de Grand Prix de kosten die de organisatie van het evenement met zich meebrengt veel te hoog vonden. Tegelijkertijd was Bernie Ecclestone juist sceptisch over het gebrek aan opbrengsten uit kaartverkoop, wat volgens hem kwam door de manier waarop het evenement gepromoot werd. Alles veranderde echter toen de pandemie ervoor zorgde dat heel veel races afgelast moesten worden en de Formule 1 noodgedwongen op zoek moest naar nieuwe circuits.
Zodoende keerde de koningsklasse van de motorsport weer terug op het Istanbul Park Circuit. De omstandigheden waren echter alles behalve ideaal, aangezien het circuit vlak voor de race opnieuw geasfalteerd was. Dit zorgde ervoor dat de coureurs nauwelijks grip hadden op de baan. Verstappen kwalificeerde zich op het gladde circuit als tweede, vlak achter Lance Stroll in de Racing Point, maar kwam uiteindelijk slechts als zesde over de finish. "De Turkse GP van vorig jaar was natuurlijk niet het beste weekend voor ons als team", vertelt Verstappen in het persbericht van Red Bull Racing.
Nieuwe kansen in 2021
"Maar ik denk dat het dit jaar heel andere omstandigheden zullen zijn, hopelijk zal het asfalt wat meer grip hebben", voegt hij eraan toe. Aangezien de omstandigheden dit seizoen anders zullen zijn, hebben de teams vermoedelijk nog heel weinig data om mee te werken. Verstappen ziet dat als een pluspunt. "Ik denk dat het over het algemeen voor iedereen een vrij nieuw weekend zal zijn, er zal veel te leren zijn, dus ik kijk ernaar uit om te zien hoe competitief we daar zijn."