De kwalificatie in Bakoe was een behoorlijke deceptie voor Max Verstappen, die Charles Leclerc en Lewis Hamilton voor zich moest dulden. Een rode vlag in de slotfase van Q3 gooide, net als in Monaco, roet in het eten. De Nederlander hoopt op een oplossing.
Verstappen presteerde goed tijdens de vrije trainingen in Bakoe, maar tijdens de kwalificatie bleek Hamilton er toch weer bij te zitten. Leclerc en Hamilton hadden beide mazzel met hun slipstreams, die op de lange rechte stukken van het stratencircuit nodig zijn om een snelle tijd neer te zetten. Verstappen wilde in de slotfase van Q3 nog een poging doen om een snellere tijd neer te zetten, maar werd in zijn poging gedwarsboomd door de crashes van Tsunoda en Sainz, waardoor de vierde rode vlag van de sessie werd gehesen.
Geen ideale situatie
Die rode vlaggen is Verstappen wel zat, zo laat hij na de race weten tegenover onder meer De Telegraaf. 'Helemaal klote', zo omschrijft de Nederlander de situatie in Bakoe. Hij baalt er vooral van dat er maar heel weinig voor nodig is om een rode vlag te krijgen. "Als iemand rechtdoor schiet heb je gelijk een gele vlag. Of je raakt de muur en het is direct 'rood'". Verstappen zorgde zelf ook voor een rode vlag tijdens de derde vrije training, toen hij zijn auto bij de beruchte bocht 15 in de muur parkeerde.
Verandering nodig?
Het feit dat er zo weinig voor nodig is om een rode vlag te krijgen op stratencircuits, is iets wat volgens Verstappen anders zou moeten. "Dit is helemaal niets, we moeten kijken hoe we het anders en beter kunnen doen", zegt hij. De Red Bull-coureur herhaalt daarbij dat stratencircuits niet zijn ding zijn. "Mensen vinden het waarschijnlijk leuk, al die rode vlaggen en spanning, maar ik vind het waardeloos." Dat laatste komt overigens niet voort uit verbitterdheid, want Verstappen benadrukt tot slot dat hij het ook niet leuk had gevonden als hij eerste had gestaan. "Een rode vlag kun je in theorie ook hebben op een normaal circuit, maar hoe vaak gebeurt dat nou?!"