McLaren heeft het iconische McLaren Technology Centre verkocht. Het team van Daniel Ricciardo en Lando Norris slaat daarmee een grote financiële slag. De verkoop van het gigantische complex levert namelijk bijna 200 miljoen euro op.
In 2004 werd het indrukwekkende en moderne centrum in gebruik genomen door McLaren, dat sinds september 2020 op zoek was naar een koper. De verkoop van het pand is een gevolg van de harde klappen die het F1-team kreeg tijdens de coronacrisis. McLaren zag geen noodzaak in het behouden van het Technology Centre als eigendom en is daarom over gegaan tot verkoop. Op die manier ontvangt McLaren een flinke zak geld die direct in de ontwikkeling van het team geïnvesteerd kan worden. Het was wel altijd de bedoeling om als huurder op dezelfde locatie gevestigd te blijven en dat gaat ook daadwerkelijk gebeuren.
Lucratieve deal
Aan de verkoop van het gebouw hangt namelijk een huurovereenkomst vast die ervoor zorgt dat McLaren de komende twintig jaar in ieder geval niet hoeft te verhuizen. Het team vond een koper in Global Net Lease, afgekort GNL. Het Amerikaanse vastgoedbedrijf legt 170 miljoen pond op tafel voor het centrum en betaalt daarmee omgerekend 197 miljoen euro. Met die zak geld kan McLaren weer veel investeren in de verdere ontwikkeling van het team en hoopt het weer terug te kunnen keren in de top van de F1.
De formatie die werd opgericht door de Nieuw-Zeelandse F1-coureur Bruce McLaren deed jaren mee om de wereldtitels, maar staat nu al lange tijd droog. De coronacrisis helpt het team duidelijk niet in die beoogde terugkeer richting de top en dus is de verkoop van het Technology Centrum een welkome financiële meevaller. Het is de volgende stap in het opvangen van de grote geldproblemen. Eerder werd er al een lening van 150 miljoen pond bij de nationale bank van Bahrein afgesloten en verkocht McLaren vijftien procent van de aandelen aan het Amerikaanse MSP Sports Capital voor een bedrag van 185 miljoen pond.