Het budgetplafond heeft volgens Christian Horner voor flinke uitdagingen gezorgd bij Red Bull Racing. Toch denkt de teambaas dat het team goed om is gegaan met de limieten en is hij blij met de manier waarop ze het aangepakt hebben.
Tot dit jaar mochten de Formule 1-teams zo veel geld in hun team investeren als ze wilden en op konden brengen. Dit zorgde ervoor dat een groot team als Mercedes veel meer te besteden had dan een klein team zoals Williams, met grote prestatieverschillen als gevolg. Dankzij de introductie van het budgetplafond is daar dit jaar echter verandering in gekomen. Vanaf dit seizoen mogen de teams namelijk nog maar 145 miljoen dollar per jaar uitgeven. Al vallen lang niet alle kosten onder dit limiet. Marketingkosten en de salarissen van coureurs en de drie best betaalde personeelsleden tellen bijvoorbeeld niet mee.
Behoorlijke uitdaging
Volgens Christian Horner is het voor Red Bull erg lastig geweest om zich aan dat limiet te houden. "Het is een behoorlijke uitdaging geweest, maar ik denk dat de hele organisatie ongelooflijk goed heeft gereageerd," wordt Horner geciteerd door Motorsport.com." Het ging om het aanpakken van de efficiëntie, iets waar de Formule 1-teams voorgaande jaren niet bijzonder goed in zijn geweest. Ik denk dat het een aanzienlijke uitdaging is geweest, maar het is aan de gang en het wordt goed aangepakt," stelt de teambaas.
Stimuleren van efficiëntie
"Natuurlijk hebben we efficiëntie geprobeerd te stimuleren door interne capaciteiten te gebruiken en bepaalde componenten niet uit te besteden. Ik denk dat we aanzienlijke verminderingen hebben gezien," voegt de teambaas eraan toe. "Maar het was een uitdaging en zal ook een uitdaging blijven." De komende jaren zal het budgetplafond nog verder gaan dalen naar 135 miljoen dollar. "Ik denk dat het als discipline voor de Formule 1 zeker een serieuze impact heeft op de kosten," besluit Horner.