Guenther Steiner wordt gezien als één van de sterren van de Netflix-serie Drive to Survive. Op vrijdag werd het derde seizoen van de hitserie online gezet en de Haas-teambaas speelt ook daar weer een prominente rol in. Daar heeft hij echter helemaal geen problemen mee.
De afgelopen drie Formule 1-seizoenen kregen de teams geregeld de Netflix-crew op bezoek. Deze waren dan een heel raceweekend aanwezig om verschillende beelden te schieten en interviews af te nemen. Fans kunnen dan achteraf terugblikken op het afgelopen seizoen middels de serie, waarin de meest spectaculaire momenten nog een keer aan bod komen. Steiner is een geliefd personage uit de docuserie, vooral omdat hij nooit een blad voor de mond neemt. We zien hem dan ook regelmatig vloeken en tieren als het even niet gaat zoals hij voor ogen had.
"We weten hoe filmmakers zijn, ze halen er het best mogelijke uit - dat is helder," zei hij tegen de Duitse tak vanMotorsport.com. "Ik weet niet hoeveel er wordt opgeblazen en daarom behoor ik niet tot de critici. Ik weet niet hoe ze ermee zijn omgegaan en daarom heb ik er niet echt een mening over." Max Verstappen heeft bijvoorbeeld al eens laten weten dat beelden verdraaid en uit context getrokken worden, en noemde de docuserie zelfs 'fake'. Volgens Steiner is dat nou eenmaal wat filmmakers doen om meer plezier te creëren voor de kijker. "Daar moeten we en kunnen we mee leven, zolang de verhalen niet compleet verkeerd zijn."
Wat volgens de Italiaan ook helpt is dat de crew tijdens een raceweekend haast deel uitmaakt van het meubilair. De filmmakers weten precies hoe ze het beste kunnen filmen en na een tijdje merkt Steiner niet eens meer dat ze er zijn. "Verder weet je echter precies wanneer je gefilmd wordt en wanneer niet. Het enige wat ze soms doen is dat je een microfoon krijgt, zodat ze betere audio krijgen. Maar je weet precies wat ze doen, daarin zit geen verrassing. Ze gedragen zich op een manier dat je ze na een tijdje niet meer opmerkt," aldus de teambaas. Hij sluit af door te zeggen dat het allemaal "heel aardige mensen" zijn en dat ze gewoon hun werk doen.