De wintertestdagen zijn dit jaar vanwege het coronavirus gereduceerd van zes naar drie. Dat betekent dat de meeste coureurs slechts anderhalve dag kunnen wennen aan hun nieuwe koets. Max Verstappen maakt zich daar geen zorgen over: "Ik vond zes testdagen vrij veel en tamelijk saai," klinkt het.
Het coronavirus zorgt wereldwijd voor grote uitdagingen. Zo ook op het gebied van sport. Met name internationale sporten hebben regelmatig een lastige puzzel op te lossen, omdat reizen vandaag de dag vaak lastig is. In het kader hiervan heeft de Formule 1 daarom besloten om de testdagen - die plaatsvinden op 12, 13 en 14 maart - dit jaar te verplaatsen naar Bahrein. Dit omdat hier op zondag 28 maart ook de eerste race van het seizoen wordt verreden. Normaliter worden deze testdagen verreden op het Circuit de Barcelona-Catalunya in Spanje.
Doorgaans bestaan de wintertests uit zes dagen, verdeeld over twee weken. In het kader van tijd- en kostenbesparing is dit teruggebracht naar drie. In de praktijk zal dit in de meeste gevallen betekenen dat iedere coureur anderhalve dag achter het stuur toegewezen krijgt. In principe weinig, maar niet voor iedereen een probleem. "Anderhalve dag per coureur is niet veel, maar dat vind ik prima," wordt Verstappen geciteerd door zijn eigen website. "Ik vond zes testdagen vrij veel en tamelijk saai, omdat er weinig spanning is."
De Limburger vervolgt: "Natuurlijk houd ik ervan om een Formule 1-auto te kunnen rijden, maar met testdagen is er geen echte competitie. Ik hoop dat de anderhalve dag die ik heb voorspoedig zullen verlopen. Dat is belangrijk, want het belangrijkste is om daar veel kilometers met de auto te rijden en zelf te wennen aan de auto. Zo probeer je het eerste Grand Prix-weekend zo goed mogelijk voorbereid te beginnen."