Mercedes-topman James Allison vindt de hele situatie rondom de 2019-krachtbron van Ferrari achteraf vrij ironisch. Doordat de Italianen plotseling zo oppermachtig waren, is men bij de Zilverpijlen twee keer zo hard gaan werken.
Na de zomerstop van het 2019-seizoen, kwam Ferrari plotseling ijzersterk uit de startblokken. Het team uit Maranello reed iedereen aan gort op het rechte stuk en pakte de ene na de andere pole position. Een aantal van de overige teams hadden hier hun vraagtekens bij en stapten naar de FIA. Men verdacht Ferrari van gesjoemel met de brandstoftoevoer. Het motorsportorgaan startte een onderzoek. Alhoewel de uitkomst hiervan achter gesloten duren bleef - wat voor veel ophef zorgde -, werden de technische richtlijnen aangescherpt. Ferrari leverde plots weer flink aan topsnelheid in, wat volgens verschillende teambazen veelzeggend was.
Het groeide uit tot een controverse van formaat, maar achteraf gezien heeft het voor Mercedes allemaal goed uitgepakt: "Eigenlijk is het vrij ironisch allemaal," vertelt Allison in de podcast van ESPN. "Het was geen leuke periode voor onze mensen in de fabriek. De concurrentie [Ferrari, red.] ontving veel lof." De Zilverpijlen waren jarenlang oppermachtig qua motorvermogen, maar moesten ineens bij vlagen onderdoen aan de Italianen.
Het zorgde ervoor dat Mercedes twee keer zo hard ging werken om dit weer om te buigen. Dat lukte. Niet alleen omdat Ferrari snelheid inleverede, ook omdat de Duitse renstal stappen vooruit zette. "Elk detail van de motor is opnieuw onder de loep genomen om extra vermogen te vinden," vervolgt Allison. "Zoals ik al zei. Het is ironisch als je bedenkt door wie en waarom ons personeel zo tot het uiterste is gedreven."