Het moment is daar: het Formule 1-seizoen zit er weer op. Daar word je toch altijd weer een beetje weemoedig van. Gelukkig kunnen we terugblikken op een prachtig jaar. Een seizoen dat op tal van fronten veel mooier werd dan we van tevoren hadden durven dromen.
Met het vallen van de vlag en de overtuigende overwinning van Max Verstappen in Abu Dhabi, dwaalde ik in gedachten af naar maart van dit jaar. Ik zie mezelf nog zo zitten in de kroeg, enkele uren nadat er eigenlijk al gereden had moeten worden op Albert Park in Melbourne. Wat ons toen voor een jaar boven het hoofd hing, was op dat moment nog niet voor te stellen. In de weken die volgden, stortte niet alleen het aankomende Formule 1-seizoen als een kaartenhuis ineen, maar viel ook het openbare leven stil. De wereld belandde in een crisis die we in onze generatie nog niet mee hadden gemaakt. De Formule 1 werd even bijzaak en van de ene na de andere afgelaste GP kon je op een zeker moment eigenlijk amper nog wakker liggen.
Terwijl we opkrabbelden na de ‘eerste golf’ ging letterlijk en figuurlijk de zon weer schijnen en ging het Formule 1-seizoen toch nog van start. Het zou een ontzettende uitdaging worden om genoeg races te houden en publiek zou er amper tot niet bij zijn. Dat maakte echter niet veel meer uit; we hadden in ieder geval weer onze favoriete reden om voor de buis te zitten in het weekend terug! Uiteindelijk groeide het seizoen van 2020 zelfs toch nog uit tot een volwaardig Formule 1-seizoen. Het aantal van 22 races haalden we niet, maar dat het er nog 17 zouden worden, hadden we in het voorjaar ook niet durven dromen.
De dominantie van Mercedes was misschien de enige echte teleurstelling voor veel fans, want een spannende titelstrijd zat er weer niet in dit jaar. Wat er achter de ‘zwarte pijlen’ gebeurde, maakte dat gelukkig goed. Wat hebben we een schitterende strijd gezien in het middenveld. Tot op de laatste race werd er nog gevochten om de derde plaats in het contructeurskampioenschap. Er was naar mijn idee tijdens de races ook meer actie op de baan. Inhalen en volgen leek toch weer iets makkelijker dan voorheen en – op Ferrari na – waren de motoren dit jaar extreem aan elkaar gewaagd. Ook was er van een vaste volgorde in het middenveld niet echt meer sprake. Van McLaren tot Alphatauri bleek er mogelijkheid te zijn om voor opmerkelijk goede resultaten te gaan.
Dat bleek ook wel uit de ‘one-time-wonders’ die we dit jaar hebben gezien. In de afgelopen jaren hebben we niet zoveel verschillende coureurs op het podium gezien als dit jaar. Ook was er de onverwachte pole position van Lance Stroll en bovenal de prachtige eerste overwinningen van Pierre Gasly en Sergio Perez. Op dat vlak bood 2020 spektakel zoals we dat in jaren niet in de sport hebben gezien. Een belangrijk deel van het spektakel was ook terug te leiden op de geïmproviseerde kalender. Van de nood werd een deugd gemaakt door enkele oude circuits op de kalender te zetten en zelfs enkele banen aan te doen waar de Formule 1 nog nooit had gereden. Niet elk ‘nieuw’ circuit zorgde voor evenveel spektakel, maar door de bank genomen waren de vooraf niet geplande bestemmingen een prachtige extra. Onvoorspelbaarheid troef.
Zo terugblikkend op het jaar zie ik het Formule 1-seizoen van 2020 als één van de mooiste seizoenen in de recente geschiedenis van de F1. Dat in zo’n jaar, dat is toch wat. Hier had je in maart toch niet van durven dromen. Des te pittig wordt de winterstop, zeker nu er ook een nieuwe donkere periode voor ons lijkt te liggen in de crisis. Nu is het opnieuw misschien moeilijk voor te stellen dat er veel moois in het vooruitzicht ligt. Als het op de Formule 1 aankomt, heeft 2020 echter bewezen dat na regen zonneschijn komt. Laten we ons maar voorhouden dat 2021 er wat dat betreft nog een flinke schep bovenop doet. Tot die tijd; doe voorzichtig, blijf gezond en blijf genieten van wat er ondanks alles toch nog kan. Er komt nog zoveel moois aan.