Lewis Hamilton schreef in Imola opnieuw een overwinning op zijn naam. Daarbij werd hij op z’n zachtst gezegd geholpen door een perfect getimede virtual safety car en het uitvallen van Max Verstappen. Als hij z’n salaris omlaag ziet gaan volgend jaar, heb ik nog wel een idee voor ‘m.
Het zag er in het eerste deel van de race in Imola niet naar uit dat Lewis Hamilton weer een overwinning op zijn naam kon gaan zetten, maar de Brit zag de race toch weer zijn kant op komen. Hij reed ondanks een niet heel geweldige start gewoon weer sterk en kon daarom profiteren van wat er in de race gebeurde. Net toen hij een pitstopmarge aan het opbouwen was door langer snel door te rijden op z’n setje mediums, werd er een VSC opgeroepen voor de stilgevallen auto van Esteban Ocon. De VSC gaf Hamilton vervolgens de perfecte mogelijkheid om te stoppen voor een nieuw setje banden en nóg meer marge over te houden ten opzichte van Valtteri Bottas en Max Verstappen. Een cruciaal moment in de wedstrijd, waarbij de VSC exact overlapte met de Hamilton’s pitstop.
Op internet gingen gelijk de wildste verhalen rond dat de FIA hem weer flink had geholpen, dat het wel heel verdacht was dat de VSC exact op dat moment kwam en gelijk weer weg was toen Hamilton de pitstraat uitreed. Aan dat soort complottheorieën ga ik m’n vingers niet branden, maar het was in ieder geval helder dat de wereldkampioen weer een berg geluk van hier tot Tokio had. Pech lijkt überhaupt niet in z’n woordenboek te staan, in tegenstelling tot in dat van Bottas en Verstappen. Bottas had een brokstuk van een Ferrari in z’n auto hangen en hield daar een slecht sturende auto aan over. Verstappen kon daarvan profiteren en Bottas inhalen, om vervolgens zelf na een klapband uit te vallen.
Achter de als leider in de wedstrijd naar buiten gekomen Hamilton ging het dus weer helemaal mis bij zijn directe concurrenten, terwijl hijzelf zonder enige hapering gewoon weer naar de eindstreep kon rijden. Gelukkig was er na de race genoeg reden om vooral de zevende wereldtitel van Mercedes te vieren en focuste Hamilton zich in zijn verhaal ook vooral daarop, want dit was niet bepaald de meest glansrijke of hard bevochten overwinning uit z’n carrière. Dat hij nog bijna tot ‘Driver of the Day’ werd verkozen, leek mij eerder een sarcastische dan een gemeende uitslag. Gelukkig werd Kimi Räikkönen het.
Het klinkt allemaal misschien wat zuur, maar je kunt er niet omheen dat Hamilton – ook al is het een geweldige coureur – een berg geluk heeft waar je u tegen zegt. Het is vrijwel nooit zijn auto waar iets mis mee is (bij Bottas wel) en regelmatig vallen de onverwachte racesituaties in zijn voordeel. Dit was het zoveelste voorbeeld daarvan. Dat in een week waarin naar buiten kwam dat Hamilton totaal niet te spreken is over een voorstel om Formule 1-breed in de salarissen van coureurs te snijden als deel van de beoogde kostenbesparing. De Brit wil er naar verluidt zelfs de coureursvakbond bij halen. Stel je voor dat je nog maar 11 miljoen pond per jaar verdient. Hoe moet je daar in vredesnaam van rondkomen? Nou, dan heb ik nog wel een idee. Misschien wordt het dan tijd voor Hamilton om een berg loten te kopen en mee te doen aan de loterij. Met zoveel geluk aan je zijde, moet je de jackpot wel pakken, toch? Compenseert dat weer je beschamend lage salaris.