De SF1000 van Ferrari is dit seizoen niet vooruit te branden, maar toch stond Charles Leclerc op zondag tijdens de Grand Prix van de Eifel op de vierde startpositie, achter Max Verstappen. In de race was hij echter bij lange na niet in staat deze positie vast te houden. "Heel vreemd", zo vindt Racing Point.
Het is dit jaar een rampseizoen voor Ferrari in de Formule 1. Sinds ze op de vingers zijn getikt door de FIA, zijn ze niet meer vooruit te branden, zo lijkt het. Het Italiaanse team bungelt in de middenmoot en heeft haar handen vol aan teams als McLaren, Renault, AlphaTauri en Alfa Romeo. Toch wist de SF1000 zich op de tweede startrij te nestelen tijdens de kwalificatie van de Grand Prix van de Eifel. Leclerc kon deze positie tijdens de race echter niet verdedigen. Hij zakte terug naar de zevende plaats. Hoe kon hij dan tijdens de kwalificatie zó snel zijn? Bij Racing Point zorgde het voor gefronste wenkbrauwen, zo laat technisch directeur Andrew Green weten.
Bij Racing Point kwalificeerde ze zich als negende en twintigste, maar die laatste positie zegt weinig omdat het Hülkenberg was die koud achter het stuur moest kruipen van de roze Mercedes. De kwalificatietijd van Pérez is wel representatief en deze bleef zeven tienden achter op die van Lecerc. Green vindt het opmerkelijk. "Ik denk dat het zeker iets is om naar te kijken, wat betreft de manier waarop andere teams tempo lijken te vinden in de kwalificatie op een zaterdagmiddag, terwijl wij die niet lijken te hebben. En ik denk dat Ferrari hier een goed voorbeeld van is", zo vertelt hij aan Racefans.
Green snapt niet hoe Ferrari op zaterdag plots zo snel kon zijn. "Ik weet niet waar ze dat tempo vandaan halen op een zaterdagmiddag", zo zegt hij. Dat het tempo dan op de zondag volledig wegvalt, vindt hij opmerkelijk. "Kijk je naar de zondag, dan zijn ze ruim een halve seconde langzamer dan wij, dat is heel vreemd. Het is zeker iets waar we naar kijken."