Jos Verstappen zag vol trots hoe zoon Max afgelopen week aan zijn honderdste Grand Prix begon. De Red Bull-coureur bereikte in de Verenigde Staten een grote mijlpaal. Verstappen-senior blikt hier op terug en vertelt in een prachtige anekdote hoe het avontuur bij de hoofdmacht allemaal begon.
Max Verstappen is inmiddels al lang geen nieuwkomer meer in de Formule 1. De nieuwe generatie, ja, maar dat jonge jochie van vijf jaar geleden bestaat ondertussen niet meer. De Red Bull-coureur is een van de grootste talenten op de huidige grid. Volgens velen is het dan ook niet de vraag of de Nederlander ooit wereldkampioen wordt, maar wanneer hij zijn eerste titel binnensleept. Verstappen is momenteel alweer bezig aan zijn vierde seizoen bij zijn huidige werkgever. Het hele avontuur begon in 2015 bij Toro Rosso, het zusterteam van Red Bull. De Limburger had echter slechts een jaartje nodig om men bij de hoofdmacht van zijn kunnen te overtuigen. Verstappen maakte tijdens de Grand Prix van Spanje in 2016 voor het eerst zijn opwachting bij Red Bull.
Jos Verstappen is dan ook apetrots op zijn zoon. Honderd Grands Prix is niet niks, al heeft Verstappen-senior voor nu zelf nog het record in handen voor de Nederlander die het vaakst aan de start van een Formule 1-race verscheen. Met 107 optredens in de koningsklasse is zijn zoon hem nog niet voorbij. Dit aantal bereikt hij pas tijdens, inderdaad, de Grand Prix van Zandvoort. Tegenover De Telegraaf blikt Jos terug op de eerste honderd races van Max. Daar vertelt hij ook in een mooie anekdote hoe de dagen voorafgaand aan de promotie eraan toegingen:
"Het begon allemaal na Rusland, één race ervoor," zo begint hij. "Toen we terug naar huis gingen zei ik, 'Max, jij rijdt de volgende race voor Red Bull.'" Jos benadrukt dat ze op dat moment nog niets hadden gehoord: "We landden in Düsseldorf en toen ik op mijn telefoon keek zag ik drie gemiste oproepen van Helmut Marko [Red Bull-adviseer, red.], toen wist ik het." Er ging dan ook geen tijd verloren: "Ik belde direct terug. Hij nam op en ik zei: 'moeten we naar Graz komen?'. Helmut begon keihard te lachen. Ik voelde het gewoon." De rest is geschiedenis.