Red Bull voert vrijwel alle statistiekenlijstjes aan. Of het nu gaat om het aantal overwinningen, pole positions of snelste ronden: de brigade uit Milton Keynes laat geen spaan heel van de concurrentie. Toch blijkt er één onderdeel te zijn waar Red Bull behoorlijk tegenvalt, het verschil tussen de eerste en tweede rijder.
Formule 1-journalist Gary Anderson heeft voor The Race van elke coureur de snelste rondetijd per weekend genoteerd en zette dat vervolgens om in een percentage. Op die manier kan hij perfect becijferen hoe groot de achterstand gemiddeld genomen is vergeleken met de snelste rondetijd van dat weekend. Zet daarbij de eerste rijder af tegen de tweede rijder en je ziet hoe groot de verschillen binnen alle teams zijn.
De verschillen zijn het grootst bij Aston Martin (niet geheel onverwacht), Williams (ook niet geheel onverwacht) en Red Bull. Het verschil tussen Max Verstappen en Sergio Pérez is het grootst van het hele veld, dus zelfs Lance Stroll presteert beter in de strijd met Fernando Alonso. De achterstand van Pérez op Verstappen is gemiddeld liefst 0,693 procent.
Pérez slaagde er al verschillende keren niet in om door te dringen tot Q3, dus in dat opzicht is de achterstand wel te verklaren. In de meeste gevallen heeft de Mexicaan dat echter aan zichzelf te wijten, dus alleen al voor de statistieken zou het beter zijn als hij constanter gaat kwalificeren, laat staan als het gaat om resultaten in de race.