Het doel van de Formule 1 is om zoveel mogelijk automerken en dus fabrikanten naar de sport te halen. Ondanks dat er veel voordelen aan die status zitten, verkiest Haas-teambaas Guenther Steiner toch liever de huidige rol, boven het zijn van een fabrieksteam.
Vanaf 2026 zullen niet alleen Mercedes, Aston Martin, Ferrari, Red Bull Racing en Alpine als fabrieksteams door het leven gaan, ook Audi zal vanaf dat jaar actief zijn in de koningsklasse van de autosport. Het is dan ook een langgekoesterde droom van de beleidsbepalers om zoveel mogelijk merken in de sport te krijgen. Porsche heeft ook nog een poging gedaan om aan te sluiten in de Formule 1, maar heeft uiteindelijk geen ingang kunnen vinden.
Klantenteam zijn, heeft ook voordelen
Steiner erkent bij Motorsport-Magazin de trend die inmiddels is ingezet door de fabrikanten, maar stelt dat een klantenteam ook in staat is om succes te boeken. "Ik wil niet te negatief klinken, maar fabrikanten komen en gaan. Wat overblijft zijn de teams. Misschien wil je over tien jaar liever een klantenteam zijn. Hoe dan ook, we zijn klaar voor 2026 en we zijn blij met onze klantenmotor", legt Steiner over de deal die zijn team met Ferrari heeft.
Aston Martin is het bewijs
Als voorbeeld wijst hij vervolgens ook naar Aston Martin. Dat team maakt op dit moment gebruik van Mercedes-motoren, maar zal overstappen naar Honda. Toch presteert de renstal uit Silverstone beter dan het fabrieksteam van Mercedes, hoewel het in de constructeursklassement is ingehaald. "Aston Martin gebruikt een Mercedes-motor, maar heeft de snellere auto. Je moet ook altijd de realiteit onder ogen zien. Op dit moment verslaat een klantenteam een fabrieksteam - en geen slecht team. In 2026 zullen er waarschijnlijk zes motorfabrikanten zijn. Als twee of drie van hen een betere motor ontwikkelen dan de anderen, kunnen we voor teams eindigen die een slechtere motor hebben. Er zijn dus voor- en nadelen aan het zijn van een klantenteam", aldus Steiner.