Lewis Hamilton was het gehele raceweekend in Azerbeidzjan sneller dan teamgenoot George Russell, maar in de Sprint Shootout moest hij zijn landgenoot toch voor zich dulden. De zevenvoudig wereldkampioen zegt nu dat dit lag aan Max Verstappen en Sergio Pérez, die te ver weg waren om hem een slipstream te geven.
Hamilton vecht vooralsnog niet mee om de overwinningen en daarom is het zaak om in ieder geval zijn teamgenoot te verslaan. Daar slaagde de coureur uit Stevenage in Azerbeidzjan behoorlijk goed in, want in vrijwel iedere sessie was hij rapper dan Russell. In de eerste vrije training finishte hij ver voor zijn collega en ook in de kwalificatie was hij veel sneller. Ook in de daadwerkelijke Grand Prix wist hij Russell voor te blijven. Tijdens de zaterdagsessies was dit echter niet het geval en dat had volgens Hamilton alles te maken met Verstappen en Pérez, die hem tijdens de Sprint Shootout niet van een tow wilden voorzien.
Hamilton kreeg geen slipstream van de Red Bull's
Tijdens de Sprint Shootout kwalificeerde Hamilton zich als zesde, twee plaatsen achter teamgenoot Russell. Naar eigen zeggen kwam dit omdat de twee Red Bull's te ver vooruit reden in Q3, waardoor Hamilton niet kon profiteren van een slipstream. "De sessies gingen eigenlijk heel goed. Q1 en Q2 verliepen prima. Alleen mijn laatste ronde... Ik worstelde wat met de achterkant in de laatste ronde en tegen het einde kreeg ik geen tow, de Red Bull's trokken te ver van mij weg", zo vertelde Hamilton bij Sky Sports.
Doordat Hamilton geen slipstream kon pakken bij Verstappen of Pérez, finishte hij als zesde. Dit had ook zijn uitwerking op de daadwerkelijke Sprintrace, waar hij wederom achter teamgenoot Russell plaats moest nemen. Hamilton finishte de korte race als zevende, terwijl Russell vierde werd. In de daadwerkelijke Grand Prix op zondag wist Hamilton wel voor zijn landgenoot te eindigen. Hamilton werd vijfde, waar Russell slechts elfde werd.