Daniel Ricciardo kende bij McLaren niet zijn beste jaren in de Formule 1. De Australiër zegt dat zijn zelfvertrouwen een dreun heeft gekregen. De coureur die de 33-jarige ooit was, is hij naar eigen zeggen niet meer.
Ricciardo reed na zijn eerste periode bij Red Bull Racing voor het team van Renault (inmiddels Alpine), waarna hij de overstap naar McLaren maakte. Echter, de resultaten van Ricciardo bij het Britse team vielen tegen en de Australiër slaagde er niet in terug te keren naar zijn oude vorm. Afgelopen zomer kwam het nieuws dan ook naar buiten dat de wegen van de Australische coureur en McLaren na het raceseizoen van 2022 gingen scheiden. Inmiddels is hij weer terug op het oude nest bij Red Bull, maar Ricciardo moest duidelijk weer even tot zichzelf komen, zo zegt hij.
Vertrouwen geschaad bij McLaren
De tijd bij de Britse renstal heeft er bij Ricciardo behoorlijk ingehakt. “Afgelopen jaren geloofde ik dat ik de beste was en ook de beste ter wereld. Wat de situatie ook is, ik zal in staat zijn die te overwinnen. Bij McLaren was dat duidelijk lastig voor me. Dus ja, ik was me ervan bewust dat ik niet de perfecte coureur ben. Ik heb zwakke punten, dus ik zou mezelf altijd iets voorhouden”, erkent de Australiër, die in de seizoenen bij McLaren regelmatig verslagen werd door teamgenoot Lando Norris, tegenover onder meer SpeedCafe.
Na de breuk met het team uit Woking keerde Ricciardo terug als reservecoureur bij zijn oude liefde Red Bull Racing, al houdt hij de herinneringen van de afgelopen twee seizoenen in zijn achterhoofd. “Mijn vertrouwen is waarschijnlijk niet meer wat het ooit was. Ik was zelfs een beetje verlegen toen ik de simulator (van Red Bull Racing, red.) in ging en probeerde te bagatelliseren hoe het zou gaan, maar naarmate de dag vorderde, voelde ik me meer op mijn gemak. Hoe meer ik me op mijn gemak ging voelen, hoe meer ik het gevoel kreeg dat ik thuis was in de auto waar ik me echt goed in voelde”, besluit de coureur.