Volgens oud-Formule 1-coureur Jan Lammers is de hedendaagse versie van de sport misschien wel te veel in protocollen gegoten. Zo moeten de coureurs zich in allerlei bochten wringen om te voldoen aan de eisen van de Formule 1, om vervolgens daarnaast nog, te gaan racen. Lammers stelt dat de koningsklasse zichzelf wat dat betreft opnieuw moet uitvinden, want op deze manier is het allemaal wat voorspelbaar.
Met Liberty Media aan het roer is de Formule 1 vanaf 2018 een nieuwe koers opgegaan. Zo is de social media vanaf dat jaar opengegooid en hebben we zowaar een eigen streamingdienst van de sport zelf, genaamd F1 TV. De Amerikaanse eigenaren hebben er geen geheim van gemaakt dat er simpelweg geld verdiend moet worden om de investering terug te verdienen en een onderdeel daarvan is om het aantal races uit te breiden, waarmee er in 2024 de langste kalender ooit werd verreden. Daarnaast wordt er meer dan ooit van de coureurs gevraagd om hier en daar op te draven om de sport te promoten en volgens Lammers is dat misschien wel te veel.
'Situatie is niet lang vol te houden'
Tijdens een Grand Prix-weekend verschijnen de coureurs diverse keren in de zogeheten TV Pen, ook wel bekend als het 'vierkantje'. In gesprek met Olav Mol in
Langs de Vangrails legt Lammers uit dat de huidige situatie niet lang vol te houden is. "Kijk we hebben er nu 24 (races) en allemaal van die protocollen. Na iedere training staan ze daar in dat vierkantje. Ik weet niet hoelang dat allemaal zo in dit format blijft. Ik zou zeggen, één keer per dag is voldoende. Om na iedere training die mannen dat te laten doen, dan maak je robots van ze", zo stelt Lammers.
Lammers: 'Allemaal zo voorspelbaar'
Dat geldt overigens niet alleen voor de coureurs, zo stelt Lammers dat ook de beste journalisten op een gegeven moment niet meer weten wat ze moeten vragen. "Van de journalisten ook. Zelfs de meest gerenommeerde journalisten heb ik vaak met de mond vol tanden zien staan. Met zoiets van: ik weet ook niet meer wat ik moet vragen. Dat vragen ze dan aan een coureur die ook niet meer weet wat hij moet antwoorden. Dus het is allemaal zo voorspelbaar. Ik denk dat ze daar toch wel in een ander format moeten gaan denken, wat verfrissender is", aldus de sportief directeur van Circuit Zandvoort.