Vandaag de dag zijn er twee coureurs die zeven wereldkampioenschappen wisten te pakken, Michael Schumacher en Lewis Hamilton. Ross Brawn heeft met beide mannen gewerkt en legt bij Auto Hebdo de overeenkomsten, maar ook de verschillen bloot.
Brawn was onderdeel van het 'dream team' dat in de jaren negentig van Benetton naar Ferrari verkaste, samen met de Duitse coureur. Het duurde even voordat er successen konden worden gevierd, maar in 2000 was het raak. De jaren daarna zou Ferrari met Schumacher domineren, totdat Fernando Alonso in 2005 de wereldtitel wist te pakken en het jaar erna dat kunstje wist te herhalen. Brawn was in 2009 de eigenaar van Brawn GP en wist met Jenson Button nogmaals een wereldkampioen af te leveren en het team transformeerde later naar het huidige Mercedes. In 2013 kwam Hamilton aan boord en dus heeft Brawn ook kunnen kijken hoe de werkwijze van de Brit is.
Bij Ferrari werkte het 'dream team' aan de successen die zouden volgen en Brawn heeft daarna nooit meer zo'n hechte samenwerking gekend. "Zo’n ontmoeting tussen mensen van dit niveau, met een coureur die zo uitzonderlijk is als Michael, gebeurt maar heel zelden. Niet vaker dan één keer per decennium", zo verklaart Brawn. Hij ziet dan ook verschillen met Hamilton. "Ik heb met Lewis gewerkt die ook een ongelooflijk snelle en getalenteerde coureur is, maar met een compleet andere aanpak. Een veronderstelde en gewilde bekendheid, een levensstijl op de ‘snelle lijn’ in tegenstelling tot de rust die Michael zocht."
Ook ziet Brawn overeenkomsten, maar blijft Schumacher voor hem de nummer één: "Maar diep van binnen was er dezelfde toewijding, talent en verlangen. Alleen de aanpak was anders. Voor mij was het uitzonderlijk dat ik heb bijgedragen aan het winnen van elk van zijn zeven wereldtitels. Er gaat niets boven Michael."