Rob Marshall was dit jaar de nieuwe aanwinst van McLaren, nadat de engineer een groot deel van zijn F1-carrière had doorgebracht bij Red Bull Racing. Hij kreeg al gauw een promotie binnen de renstal uit Woking. Teambaas Andrea Stella laat weten nog meer onder de indruk van hem te zijn dan hij eerst had verwacht.
Marshall kwam bij Benetton in de koningsklasse terecht, beginnend als race-engineer in 1994. Hij werd uiteindelijk hoofd van mechanische design en speelde een cruciale rol bij de ontwikkeling van het massadempersysteem van Renault. Fernando Alonso won vervolgens in 2005 zijn eerste wereldkampioenschap. Marshall besloot ondanks zijn succes te vertrekken bij het toen nog onbewezen Red Bull Racing. Hij werkte als ontwerper samen met Adrian Newey, voordat Sebastian Vettel en Max Verstappen ieder vier titels pakten. Red Bull moest in mei 2023 echter aankondigen dat Marshall zou vertrekken. De Brit zou na een periode van gardening leave vanaf januari 2024 de technisch directeur van McLaren worden, maar werd al gauw gepromoveerd tot hoofdontwerper na een herstructurering van de technische afdeling in Woking.
"Rob arriveerde met een schat aan ervaring, technische kennis en vanuit dat oogpunt een reputatie", begon Stella tegenover Autosport. "Ik moet zeggen door zelf met hem te hebben gewerkt, de andere technische directeuren, het hele technische team... Als ik iets te zeggen heb, dan is het wel dat we nog meer onder de indruk zijn dan we hadden verwacht. Dat komt door deze kwaliteiten, zoals de kennis van hoe je een auto ontwerpt, met name betreffende de lay-out van een auto. En dit is erg belangrijk voor 2025, en dit zal erg belangrijk zijn voor 2026."
"Ik zei zoiets als: 'Het was een ontzettend goed idee om Rob binnen te slepen'", vervolgde de Umbriër. "Hij doet namelijk al het werk ter voorbereiding op 2025 en 2026, en we misten die rol voorheen een beetje bij McLaren. Daar komt nog bij dat Rob fantastische menselijke kwaliteiten met zich meebrengt, hij is een heel positief persoon. Iedereen geniet ervan om met hem te werken. Hij zit vol energie. Wanneer je hem in de garage ziet, ligt hij heel vaak op de grond onder de auto. Iedereen waardeert zijn ongelooflijke kennis en ervaring, maar tegelijkertijd is hij er niet bang voor om zijn handen, en soms zijn hoofd, vies te maken."