De Formule 1 heeft besloten om het protocol omtrent hoe de startopstelling wordt bepaald, wanneer een auto is teruggetrokken, aan te passen. Het kwam ter discussie na de F1 Grand Prix van São Paulo waar twee plekken op de grid leeg bleven, wat leidde tot kritiek en verwarring.
Door de zware onweersbuien boven het circuit van Interlagos moest het schema van de zondag in Brazilië op de schop. De kwalificatie ging op zaterdag niet door en er werd besloten de sessie die de grid moest bepalen, op zondagochtend te doen om 7:30 uur lokale tijd. Ook in Japan in 2004, 2010 en 2019, evenals in Australië in 2013 en in Amerika in 2015 werd de kwalificatie op de zondag gehouden. Maar liefst vijf coureurs crashten in São Paulo en er waren dus vijf rode vlaggen, waarmee het record geëvenaard werd met Imola in 2022. Aston Martin kon de auto's van Fernando Alonso en Lance Stroll op tijd repareren en datzelfde gold voor de Williams van Franco Colapinto.
De bolide van Colapinto's ploegmaat Alexander Albon was zo zwaar beschadigd dat de in Londen geboren Thai niet mee kon doen aan de race. De Williams-monteurs hadden wel hun best gedaan om tevergeefs zoveel mogelijk te repareren. Omdat Williams de terugtrekking van Albon aangaf, nadat de definitieve startopstelling al was bepaald, bleef P7 op de grid leeg. Ferrari moest de motor en versnellingsbak verwisselen na de crash van Carlos Sainz, maar omdat dit al eerder bekend was, schoof iedereen achter P14 toch nog een plekje op. Stroll crashte vervolgens in de formatieronde en kon daarom niet meedoen aan de race. Zo bleef ook P10 op de grid leeg.
Na de F1 Commission, een vergadering met de topmannen van de koningsklasse en alle teambazen, is besloten om vanaf 2025 een ander protocol te gaan volgen voor de startopstelling. Ze willen de lege plekken op de grid gaan opvullen door iedereen een positie op te schuiven, zelfs wanneer de definitieve startopstelling al is bekendgemaakt. Het plan krijgt waarschijnlijk voor de World Motor Sport Council op 11 december goedkeuring.