Niet de power unit, maar de brandstof dat dat het onderdeel laat werken, zou weleens van doorslaggevend belang kunnen worden vanaf 2026. De Formule 1 rijdt vanaf dat moment namelijk met een nieuw concept motoren en bronnen van Motorsport.com melden dat het investeringsbedrag van de diverse oliemaatschappijen flink uit elkaar ligt en dat de teams de prestaties hiervan gaan merken in 2026.
Vanaf 2026 gaan we nieuwe Formule 1-bolides in de koningsklasse zien. Ook maakt de sport vanaf dat moment gebruik van ander soort motoren. De helft van het vermogen wordt namelijk vanuit de verbrandingsmotor opgewekt, de andere helft komt vanuit de accu. Daarbij is het ook de bedoeling dat de brandstof op de schop gaat, want uiteindelijk moeten de krachtbronnen worden aangestuurd door honderd procent duurzame brandstoffen.
Binnen de Formule 1 zijn er diverse grote oliemaatschappijen die aan de teams zijn verbonden. Zo maakt Aston Martin bijvoorbeeld gebruik van Aramco, heeft Ferrari al jarenlang een partnerschap met Shell en doet Red Bull Racing een beroep op ExxonMobil. Volgens het medium lopen echter de investeringsbedragen van die bedrijven uiteen en dat zou vervolgens weer effect kunnen hebben op de prestaties vanaf 2026. Het zou een verschil van zo'n dertig tot vijftig pk kunnen schelen.
Daarnaast speelt de wereldwijde situatie rondom de elektrificatie en het tempo daarvan ook een rol bij de fabrikanten. Synthetische brandstof zou namelijk een uitkomst kunnen bieden en de Formule 1 kan daarin de voorloper worden. Net als alle onderdelen in de Formule 1, wordt er ook met de samenstelling van de nieuwe brandstof gespeeld. Het gaat dan om de toevoeging van chemische middelen, waardoor er effectief meer brandstof in de verbrandingsmotor terechtkomt en dus meer prestaties oplevert. Het kan ervoor zorgen dat een liter synthetische brandstof richting de 200 euro per liter gaat.