Williams denkt dat er een politieke verandering binnen de Formule 1 moet plaatsvinden, omdat het anders nooit lukt voor een team in de achterhoede om in de top drie terecht te komen. Volgens James Vowles, de nieuwe teambaas van de Britse renstal, is het onmogelijk om die inhaalslag te maken zonder dat de organisatie van de koningsklasse ingrijpt.
Aan het begin van het hybride-tijdperk werd Williams tweemaal derde bij de constructeurs. In de twee seizoenen daarna werden ze vijfde, maar een enkel podium werd zo nu en dan nog steeds behaald. Van 2018 tot en met 2020 bevond het team zich plotseling op de allerlaatste positie en in 2020 werden er überhaupt geen punten gescoord. In augustus van dat jaar moest de Williams-familie noodgedwongen het team verkopen aan Dorilton Capital, vanwege de financiële problemen. Mede dankzij een tweede plaats van George Russell in de uiteindelijk afgelaste Grand Prix van België, klom het team omhoog naar de achtste plek in 2021, voordat ze weer zakten naar P10 afgelopen seizoen.
Extra kosten voor achterhoede
"Terugkomen in de top drie is ongelooflijk moeilijk," vertelde Vowles aan de media tijdens het weekend van de Grand Prix van Bahrein. "Ze hebben middelen waarvan je niet durft te dromen, ervaring waarvan je niet durft te dromen, en de beste mensen op de grid. Naarmate je beter wordt in wat je doet, word je ook steeds kostenefficiënter. Ik bedoel dan niet door middel van andere externe technieken, maar simpelweg omdat [de top drie-teams] betere betrouwbaarheid hebben. Dus al die extra kosten worden gedragen door teams in de achterhoede. Ik denk dat de eerste realistische stap voor deze organisatie is om ervoor te zorgen dat we elk jaar net een stapje vooruitgaan."
Elk jaar dat stapje vooruitgaan is droom nummer één, volgens de 43-jarige Brit. "Droom nummer twee is dat we een plan moeten uitwerken voor de toekomst, en dan praten we over jaren, waarin we beginnen door te breken in de top zes." Vowles denkt dat er aanpassingen gemaakt moeten worden aan de reglementen in de Formule 1 om verdere vooruitgang te kunnen boeken. "Vanaf dat moment zal de sport waarschijnlijk een zekere mate van politieke verandering moeten ondergaan om teams in staat te stellen door te breken in de top drie. Waar de top drie zich op dit moment bevindt, is zo'n sterke positie dat zelfs met windtunneltijd beperken het erg moeilijk is om hen in te halen."