Max Verstappen is tijdens de persconferentie in Singapore aangesproken op zijn taalgebruik, nadat hij zei dat zijn auto in Azerbeidzjan f*cked was. De drievoudig wereldkampioen begrijpt weinig van de berisping.
FIA-president Mohammed Ben Sulayem heeft tegenover Motorsport.com laten weten dat hij de FIA en de FOM heeft gevraagd om minder gevloek van coureur over de boordradio's uit te zetten, maar dat hij ook de rijders zelf eraan wil herinneren dat ze een voorbeeldfunctie hebben. Volgens de Emirati is het gevloek van Formule 1-coureurs over de boordradio de afgelopen tijd toegenomen, maar is daar geen plaats voor in de sport. "Wat als er kinderen kijken? Wat leer je ze dan over onze sport?", zo klonk het onder andere.
Aangesproken op taalgebruik
Max Verstappen leek die memo te hebben gemist. Als hij op de persconferentie gevraagd wordt naar het verschil in performance tussen hemzelf en teammaat Sergio Pérez, zegt hij: "Op het moment dat ik aan de kwalificatie begon, wist ik al dat de auto f*cked was. Ik probeerde de auto constant te verbeteren, maar dat heeft niet mogen baten. De balans was er ook niet tijdens de race. Ik kwam vast te zitten achter twee auto's en dan gaan je banden eraan. Vanaf de kwalificatie ging alles mis. De regels staan het niet toe dat je nog aanpassingen doet aan de auto, dus je zit eraan vast." Tom Clarkson, de host van de persconferentie, greep hierna en verzocht Verstappen op zijn taalgebruik te letten.
Verstappen mag geen 'f*cked' zeggen
Als de Red Bull Racing-coureur vervolgens een vraag krijgt over het gevloek over de boordradio en de woorden van Ben Sulayem, klinkt het: "Ik mocht net het f-woord niet zeggen. Hoezo is dat erg? De auto werkte niet, de auto was f*cked. En dan moet ik sorry zeggen voor het taalgebruik? We zijn toch geen vijf of zes jaar oud? Zelfs vijf- of zesjarigen gaan uiteindelijk vloeken. Zelfs als de ouders het niet zelf ook doen of het niet toestaan." Iemand anders uitschelden is volgens Verstappen een ander verhaal, maar volgens de Limburger ligt de oplossing bij de FIA zelf: "Het begint met het niet uitzenden [van de boordradio's]. Als je het niet uitzendt, weet niemand het. Alleen het team. Het is waarschijnlijk een beetje de wereld waarin we leven." De drievoudig wereldkampioen benadrukt vervolgens nogmaals dat andere topsporters, bijvoorbeeld voetballers, geen microfoon onder hun neus hebben tijdens de wedstrijd.