Haas zal het circuit van Zandvoort vandaag niet verlaten. Het team zou wel aan de betaling aan voormalig titelsponsor Uralkali hebben voldaan, maar ze lopen desondanks vertraging op na de F1 Dutch Grand Prix. Dit kan hen in de problemen brengen in de voorbereidingen op Monza.
Afgelopen juni werd er in een Zwitserse rechtszaal een oordeel geveld over het einde van de samenwerking tussen Haas en Uralkali, en er werd besloten dat Haas in haar recht stond om na 2022 het contract te beëindigen op de manier waarop ze dat deden. Uralkali is een Russisch staatsbedrijf en toen Rusland Oekraïne was binnengevallen, wilde het Formule 1-team niks meer met hun coureur Nikita Mazepin en hun sponsor te maken hebben. Compensatie hoefde Haas niet te betalen aan Uralkali, maar het team mocht niet alles van het sponsorsaldo van 13 miljoen dollar houden. Naast dat Haas een aantal miljoen zal moeten teruggeven, was Uralkali ook beloofd een echt exemplaar van de Haas VF-21 te krijgen.
Haas zou de betalingsdeadline hebben gemist en dus was de politie samen met de gerechtsdeurwaarder afgelopen donderdag in de paddock in Zandvoort om de inboedel van het team in kaart te brengen. Uralkali had namelijk een Nederlandse rechter gevraagd om beslag te leggen op alle spullen van Haas. Het Russische bedrijf liet het team nog wel meedoen aan de Dutch Grand Prix, maar als Haas niet de 9 miljoen dollar ophoestte, dan zouden al hun spullen worden ingenomen.
Haas heeft tijdens het weekend op Zandvoort laten weten op vrijdag de betaling te hebben overgemaakt. Daarmee leek de zaak gedaan. Het team heeft echter nog steeds niet de bevestiging gekregen van Uralkali dat het geldbedrag daadwerkelijk is aangekomen. Haas zal daarom voorlopig nog in Nederland moeten blijven, totdat het, hopelijk, morgen groen licht krijgt.