Met windstoten tot maar liefst tachtig kilometer per uur, lijkt het een zekerheid dat de weergoden aankomend weekend een rol van betekenis gaan spelen tijdens de vierde editie van de vernieuwde Dutch Grand Prix in Zandvoort. Daniel Ricciardo legt uit hoe hij omgaat met extreme omstandigheden op de baan.
Waar de eerste twee edities van de vernieuwde Grand Prix van Zandvoort werden verreden onder bijzonder aangename weersomstandigheden, werd het asfalt in de duinen van de badplaats in 2023 voor het eerst blootgesteld aan een aantal forse regenbuien. Daar lijkt dit jaar nog een schepje bij bovenop te gaan worden gedaan. In aanloop naar het weekend steekt er een krachtige zuidwestenwind op, waardoor er veel bewolking vanaf de Noordzee naar Zandvoort wordt getrokken. Op de vrijdag, de dag van de eerste twee vrije trainingen, kan dit windstoten van maar liefst tachtig kilometer per uur (windkracht 7) opleveren. Op zaterdag gaat de wind wat liggen, maar met een neerslagkans van honderd procent en een verwacht hoeveelheid regen van 21 millimeter, doen bezoekers van de Grand Prix er goed aan een poncho mee te nemen - paraplu's zijn op de tribunes immers niet toegestaan.
Windstoten van 80 kilometer per uur in Zandvoort
In gesprek met onder andere GPFans krijgt Ricciardo de vraag of er iets is dat je qua voorbereiding kan doen met dergelijke weersverwachtingen: "Ja, ik heb het gehoord. Windstoten van tachtig kilometer per uur... Ik moet mijn helm goed vastknopen", trapt de Visa Casp App RB-coureur af. "Die winden zijn lastig, vooral windstoten. Soms heb je ineens een moment in een bocht. In je hoofd denk je dan: 'Ik deed niets anders dan de ronde hiervoor, wat is er gebeurd?' en dan vertelt je engineer dat je net een windstoot van 20 kilometer per uur hebt gehad. Dat duwt de auto als het ware weg. Als het vijftig of tachtig kilometer per uur is... Daar kan je jezelf niet echt op voorbereiden. Je moet wel inzien dat het heel moeilijker wordt om met de auto op de limiet te rijden. Het is hetzelfde als met in de regen rijden: je neemt wat meer marge en verwacht minder grip. Daarom is het lastig om op de limiet te rijden in winderige omstandigheden."
Vlaggen wijzen de weg
Een truc uit de oude doos van sommige coureurs is om tijdens winderige omstandigheden naar de vlaggen rondom het circuit te kijken. Ricciardo blijkt hier veel gebruik van te maken: "Het geeft me een beter beeld van welke kant de wind opwaait, maar je kan niet zien of de wind met 30 of met 60 kilometer per uur rond gaat", legt de 35-jarige coureur uit. "Maar voor mij geeft het een indicatie. Wind van de voorkant geeft ons meer grip, wind van de achterkant geeft ons minder grip, dus je weet dat als de wind tijdens de race begint te draaien dat... Dit is een geheim van mij, dat mag je niet verder vertellen, maar je kan op die manier zien in welke bochten het wat minder zal zijn en in welke bochten het moeilijker zal zijn. Je doet wat rekenwerk in je hoofd om te bepalen hoe de race zal verlopen. Meestal zoek ik één vlag uit als referentie. Ik weet niet hoeveel coureurs dit doen, dus je mag dit niet delen. F*ck die gasten ", besluit de Australiër met een grote grijns op zijn gezicht.