Fernando Alonso werd gisteren indrukwekkend derde in de Grand Prix van Bahrein. Meteen in zijn eerste Formule 1-race met Aston Martin mocht hij al een trofee in handen nemen op het podium. De wereldkampioen van 2005 en 2006 denkt dat Aston Martin kans maakt om een race te winnen dit seizoen, al heeft de Britse renstal misschien een beetje hulp nodig van de koplopers.
Alonso was het snelst van iedereen in de tweede en de derde vrije training afgelopen weekend. Hij kwalificeerde zich vervolgens als vijfde op het Bahrain International Circuit. In de slotfase passeerde hij Lewis Hamilton en Carlos Sainz om zo op te schuiven naar de derde positie. Teamgenoot Lance Stroll kwam als zesde over de streep. Aston Martin heeft het koninkrijk verlaten op de tweede plaats in het constructeurskampioenschap.
Visie, ambitie, leiderschap en management
"Ik denk niet dat dat het is," antwoordde de Spanjaard op de vraag of het feit dat Aston Martin nu voor podiums vecht, bewijs is dat de nieuwe technische reglementen werken. "Nee, ik denk dat je de visie en de ambitie van Lawrence Stroll nodig hebt, of ons leiderschap of ons management, want dit soort kansen zijn er voor iedereen, maar het lijkt erop dat er maar één team is dat er alles voor over heeft om te winnen. En ik ben trots dat ik deel uit mag maken van die organisatie."
"Ik moet daar wel aan denken, ja," vertelde Alonso die een 33e Grand Prix-overwinning wel als iets realistisch beschouwt, verder. "Ik ben derde geworden in de eerste race, er zijn nog 22 kansen dit seizoen. En zelfs vorig jaar nog in de natte kwalificatie in Canada stond ik [toen uitkomend voor Alpine] op de eerste rij van de grid. Weet je, er kan nog van alles gebeuren in 22 races in verschillende omstandigheden. Ik ga mijn best doen om het waar te maken. Misschien hebben we een beetje hulp nodig. Vorig jaar hadden we zelfs een beetje hulp nodig van de topteams om alleen nog maar het podium te bereiken. Misschien dit jaar, als die hulp er is of als er onder de koplopers uitvalbeurten of andere problemen komen, misschien wordt het wel meer dan alleen maar een podium. Laten we daar op hopen."