David Coulthard snapt wel dat veel Formule 1-teams interesse hebben in de diensten van Adrian Newey. De Schot stelt dat de ontwerper zich onderscheidt van andere engineers, doordat hij alle aspecten van de motorsport goed snapt.
Hoewel we ons in de Formule 1 normaliter voornamelijk focussen op de toekomstplannen van de coureurs, zijn de blikken tijdens silly season van 2024 vooral gericht op de toekomst van Adrian Newey. De Brit kondigde eerder dit jaar aan dat hij het team van Red Bull in maar 2025 definitief gaat verlaten, en staat sindsdien bovenaan het wensenlijstje van een groot aantal teambazen. Maar wat maakt hem nu zo bijzonder? Coulthard, die gedurende zijn Formule 1-carrière veelvuldig met de getalenteerde ontwerper heeft samengewerkt, kan die vraag wel beantwoorden. "Adrian is overduidelijk een talentvolle ontwerper, maar wat hem onderscheidt van de rest is dat hij denkt als een coureur", vertelt hij tegenover Motorsport.com.
"Hij racet zelf natuurlijk ook hobbymatig", vervolgt Coulthard. "Adrian rijdt geen rondetijden waarmee hij Max Verstappen angst zal inboezemen, maar hij heeft eerder dit jaar wel weer deelgenomen aan de Historic Grand Prix in Monaco." En die ervaring is volgens de Schot van onschatbare waarde, omdat Newey de feedback van de coureurs daardoor veel beter kunt begrijpen. "Adrian is zelf ook race-engineer geweest en daardoor beschikt hij eigenlijk over het hele pakket."
Het hele pakket van Newey
Volgens Coulthard komt het tegenwoordig niet meer zo vaak voor dat een engineer zo breed inzetbaar is, aangezien de meeste engineers tegenwoordig hun eigen specialiteit hebben. Dat kan handig zijn, maar brengt ook een zeker nadeel met zichzelf mee. "Tegenwoordig heb je enorm veel mensen nodig die gespecialiseerd zijn in een bepaalde rol, maar Adrian zijn leiderschap komt doordat hij het hele proces begrijpt: van het concept uittekenen tot het bouwen en van de auto op de baan zetten tot het rijden."
"Dat geeft hem volgens mij een competitief voordeel over anderen, die academisch misschien veel hoger staan aangeschreven. Adrian heeft misschien niet het academische C.V. dat veel engineers bang maakt, maar dat is wederom een voorbeeld van theorie versus praktijk. Je hebt kennis uit de praktijk nodig om uiteindelijk tot goede prestaties te komen."