Zowel Peter Windsor als Craig Scarborough beweerden deze week dat Red Bull een 'sensitive bias-klep' had aan het begin van het seizoen bij de remmen van de RB20 en ze dit een voordeel zou hebben geven in de bochten. Het viel bij de analisten op dat na de F1 Grand Prix van China het asymmetrische remsysteem - zoals die nu sinds de zomerstop verboden is - van de wagen werd gehaald door Red Bull voor het weekend in Miami en de prestaties volgens Windsor en Scarborough daardoor minder zouden zijn geworden. Nu heeft ook technisch F1-analist Mark Hughes zijn mening gegeven.
Bij Motor Sport Magazin gaat Hughes in op de situatie. "Een belangrijke algemene beperking van deze generatie ground effect-auto's is dat ze bij lage snelheden onderstuur vertonen. Het aerodynamische drukpunt ligt bij lage snelheden verder naar achteren in de wielbasis, dankzij de reglementaire plaatsing van het vernauwingspunt van de venturi-tunnels aan de onderzijde van de wagen. Onderstuur kan tegen worden gegaan door meer voorvleugel te gebruiken, maar dit brengt grote problemen met zich mee bij hogere snelheden, wanneer die grote vleugel dicht bij de grond komt terwijl de auto op zijn vering wordt gedrukt."
Asymmetrische remmen 'nette' oplossing volgens Huges
Hughes vervolgt door te stellen dat asymmetrische remmen een nette manier waren om de problemen met het ground effect te verminderen. "Er is bij lage snelheden niet genoeg grip aan de voorkant, bij hoge snelheden juist te veel. Asymmetrische remmen op de achteras zou een nette manier zijn om dit conflict op te lossen. Door meer kracht toe te passen op het buitenste gedeelte, zou de auto in langzame bochten stabieler in kunnen sturen." Windsor en Scarbrough geloven dus dat het verwijderen van de assymetrische remmen, ter voorbereiding op de regelwijziging van deze zomer, ervoor heeft gezorgd dat de prestaties van Red Bull minder zijn geworden. Hughes kan hier deels in meegaan, maar heeft ook zijn twijfels. "Toen de gewijzigde regel werd aangekondigd, was er veel speculatie over welk team of welke teams mogelijk zo'n systeem gebruikten. Er zijn zelfs verhalen die het aan één team koppelen, maar de details zijn vaag en de veronderstelde timing is verdacht. Niet in de zin van: er zijn regels zoals ze waren overtreden. Er zijn echter door het seizoen heen verschillende incidenten geweest die kunnen worden gezien als ondersteunend bewijs voor het gebruik van asymmetrisch remmen. Laten we drie van de topteams doornemen: Red Bull, McLaren en Mercedes."
Hughes haalt voorbeelden aan bij Red Bull, McLaren en Mercedes
Hughes begint met Red Bull, waarbij hij de uitvalbeurt van Verstappen in Australië als voorbeeld neemt. "Voordat hij [Verstappen] uitviel zorgde dit voor een veel te groot handremeffect, waardoor hij worstelde om zijn auto onder controle te houden. Twaalf maanden eerder op hetzelfde circuit hadden Verstappen en teamgenoot Sergio Pérez problemen tijdens de vrijdagtraining door een achterremklauw die te lang nodig had om los te laten en enige instabiliteit bij het ingaan van de bocht veroorzaakte. Pérez crashte in Q1 en hield vol dat het probleem er nog was, maar het team stond erop dat er geen technische problemen waren." Bij McLaren noemt Hughes de pitstop in Hongarije van Oscar Piastri als voorbeeld, terwijl hij bij Mercedes het stuiteren van de W14 noemt in België. Iets wat op zaterdag ineens weer verdwenen was. Toch kan, zoals Hughes ook zelf erkent, niet met 100% zekerheid gezegd worden dat deze incidenten te maken hadden met het verdwijnen van de asymmetrische remmen.