Red Bull-teambaas Christian Horner verklaarde eerder al dat het grote probleem van de RB20 het te kleine werkvenster is. Technisch directeur Pierre Waché kan dat in gesprek met Auto Motor und Sport beamen en wijst vooral naar de trend om dat te keren, zoiets is in zijn ogen namelijk erg lastig in het grondeffect-tijdperk.
Het Oostenrijkse team is er nog altijd van overtuigd dat de wagen het snelste van het veld is, mits de auto in het juiste werkvenster zit. De balans opzoeken is dan ook het probleem. Vaak genoeg horen we Max Verstappen zeggen dat dit namelijk niet altijd gevonden wordt en dat resulteert vervolgens in een wagen, waarmee vooral aan schadebeperking kan worden gedaan.
Bij het Duitse medium legt Waché uit dat neerwaartse druk vinden niet zo lastig is, maar om dit goed toe te passen op de RB20, wel weer een uitdaging is. "Het is heel eenvoudig om meer downforce te vinden, maar heel moeilijk om deze daar te plaatsen waar je het wil hebben. Dit veroorzaakt dan instabiliteit. Deze effecten zijn moeilijk te correleren. Met deze grondeffect-auto’s kun je veel nare verrassingen tegenkomen." Die effecten zorgen dan vervolgens voor het kleine werkvenster: "Exact. En het is heel moeilijk om dat om te keren. We hebben het ontwerp van de auto veranderd om het venster te vergroten, maar helaas zijn we een beetje van het pad geraakt. Nu zijn we bezig om bepaalde zaken in twijfel te trekken."
Op de simulator komen er natuurlijk al een heleboel problemen naar boven, maar dr. Helmut Marko wees in een eerder stadium al naar de correlatie van Red Bull. Dat wat het team in de simulator vindt, werkt niet altijd op de baan. "De simulatie zal je nooit precies dat laten zien. Maar als je de gegevens goed analyseert, kun je aan de hand van bepaalde patronen anticiperen dat dit effect waarschijnlijk op het circuit zal optreden", aldus Waché.