McLaren-CEO Zak Brown vreest er niet voor dat er een situatie bij het team ontstaat zoals in 2016 tussen Nico Rosberg en Lewis Hamilton bij Mercedes. Dat team had destijds ook twee nummer één-coureurs in dienst en dat eindigde toch geregeld in tranen. De CEO benadrukt echter dat Oscar Piastri en Lando Norris altijd het teambelang vooropstellen en dat dit simpelweg de afspraken zijn waaraan ze zich houden.
De renstal uit Woking kan sinds jaren weer ineens knokken om de zeges. Daarvoor heeft het papaja-oranje team twee troefkaarten in handen, namelijk Piastri en Norris. Beide mannen zijn aan elkaar gewaagd en in Hongarije zagen we Norris tegensputteren bij het teruggeven van de koppositie. Uiteindelijk gaf de Brit gehoor aan de teamorder, maar van harte ging het niet. Achteraf gaf Norris aan dat hij iets eerder zijn teamgenoot er voorbij had kunnen laten, maar tegelijkertijd staat hij wel dichter bij Max Verstappen in het kampioenschap. Daardoor rijst de vraag op of McLaren Norris voorrang moet geven met het klassement in het achterhoofd. Brown legt bij Autosport.com de afweging uit en stelt dat het teambelang altijd bovenaan staat.
Op de vraag waarom Brown denkt dat het wel zal werken tussen twee nummer één-coureurs, reageert de Amerikaan: "Relaties, communicatie, en de twee individuen die we hebben. Maak geen vergissing. Ze willen allebei nummer één zijn en ze zijn allebei nummer één. We hebben gewoon geen nummer twee. Maar ze racen voor het team. Ze zijn het soort individuen waarvan ik denk dat ze elkaar hard kunnen racen en in hun eigen gedachten nummer één kunnen zijn, terwijl ze respecteren dat we twee nummer één-auto's hebben. En dat hebben we altijd gedaan en zullen we altijd doen."
Hoewel Norris in Hongarije zijn teamgenoot er voorbij moest laten, onthult Brown dat dit in de toekomst wellicht niet meer gevraagd zal worden van de Brit. "Natuurlijk, als je later in het kampioenschap komt en een coureur heeft meer kans dan de ander, dan zou je strategisch misschien dingen anders gaan bekijken. Maar we behandelen ze gelijk. Ze weten dat, ze genieten daarvan, en ze respecteren onze beslissingen wanneer we soms wat concessies moeten doen. Ze zijn daar zeer respectvol over. Dus ik denk dat we geluk hebben met de twee individuen die we hebben." Brown wil vooral geen voorkeur voor één van de twee uitspreken: "We zijn eerlijk, we streven vrij agressief naar prestaties. Maar op een eerlijke manier, niet tegen elke prijs winnen."