Nyck de Vries kan ondanks zijn tegenvallende positie in het eindklassement van de Formule E met een goed gevoel terugkijken op zijn eigen seizoen. De Mahindra-coureur had na zijn Formule 1-avontuur wel wat aanpassingstijd nodig, maar lijkt inmiddels weer helemaal op zijn plek te zijn in de elektrische klasse.
De Vries kwam tussen 2019 en 2022 uit voor het Formule E-team van Mercedes, waarmee hij in 2021 ook het kampioenschap won. Toen Mercedes in 2023 uit de elektrische klasse vertrok, maakte De Vries de overstap naar de Formule 1 met AlphaTauri. Aan dit avontuur kwam echter na slechts tien races al een einde, toen de Nederlander door het team aan de kant gezet werd vanwege tegenvallende resultaten. Lang heeft hij gelukkig niet zonder stoeltje gezeten. Binnen de kortste keren werd hij binnengehaald door Mahindra, waardoor hij afgelopen jaar weer terug kon keren in de Formule E.
Hoewel De Vries slechts één Formule E-seizoen gemist had, bleek er in zijn afwezigheid wel het nodige veranderd te zijn. De belangrijkste verandering zat hem natuurlijk in de switch van de GEN2 naar de GEN3-wagens. Naast het feit dat de GEN3-bolide natuurlijk sneller, krachtiger en lichter is dan haar voorganger, heeft het ook de manier waarop we racen compleet veranderd. Zo is er dit jaar meer sprake van 'peloton racen', wat kortweg inhoudt dat de coureurs dicht bij hun voorgangers willen blijven om zo energie te besparen. Als gevolg hiervan, is het aantal incidenten en crashes het afgelopen jaar enorm toegenomen.
Door al die veranderingen was het een redelijk grote omschakeling voor De Vries. "Ik had zeker wat aanpassingstijd nodig", erkent hij in een exclusief interview met GPFans. "De nieuwe auto is behoorlijk anders. Omdat we nu tijdens het remmen beide assen gebruiken om energie terug te winnen, hebben we nu ook op de voorassen een motor. Dat brengt de nodige veranderingen met zich mee en de wedstrijden zijn natuurlijk ook heel anders geworden."
De Vries sloot het Formule E-seizoen van 2023/2024 uiteindelijk af op de achttiende plek in het kampioenschap. Hoewel de racer in hem niet per definitie tevreden is met dat resultaat, kijkt hij wel met een goed gevoel terug op dit jaar. "Ja, zeker weten. Ik denk dat we wisten waaraan we begonnen. De auto is qua hardware ten opzichte van vorig jaar niet veranderd en het team kwam uit een moeilijk seizoen."
"Er hebben een hele hoop veranderingen plaatsgevonden", benadrukt hij. "Ik vind dat we een mooie opbouw van het seizoen hebben gehad en dat we in de laatste weekenden steeds meer competitiviteit hebben laten zien. We moeten gewoon accepteren dat de auto niet een Jaguar, een Porsche of een DS zal uitdagen. En de Nissan trouwens ook niet. Dus dat is de realiteit en we hebben geprobeerd om het maximale uit hetgeen te halen wat we hebben. Ik denk dat we daarin zeker de laatste weekenden steeds beter zijn geslaagd."