Oscar Piastri (23) kwam tijdens de Grand Prix van België als derde over de streep en zag hoe teamgenoot Lando Norris niet verder kwam dan de zesde plaats. Hoewel Piastri persoonlijk een prima resultaat wist te behalen op Spa-Francorchamps, zag hij ook hoe zijn team plots niet de snelheid had van de voorgaande races.
Piastri kwalificeerde zich in België als nummer vijf en dat was pal achter teamgenoot Norris. De twee heren hadden toen waarschijnlijk al op meer gehoopt, maar ook tijdens de race lukte het McLaren niet dezelfde snelheid van de laatste weken te laten zien. Norris kwam uiteindelijk achter titelconcurrent Verstappen terecht en Piastri kon geen aanval doen op de overwinning, hoewel hij in de slotfase nog wel dichtbij de beide Mercedessen wist te komen. De Australiër finishte als derde - en hoewel dat absoluut geen slecht resultaat is, beseft Piastri zich wel dat zijn team op Spa niet de snelheid kon laten zien die ze voorheen wel hadden.
Na afloop van de race verscheen Piastri bij de gridinterviews, die werden afgenomen door voormalig Haas-teambaas Guenther Steiner. Daar kreeg hij de vraag of hij dacht dat hij Mercedes nog te grazen kon nemen na de laatste stops. "Ja, maar de schone lucht maakte uiteindelijk zo'n groot verschil. Toen ik in het midden van de stint in schone lucht zat, pakte ik veel meer tempo op en wist ik de bandendelta op orde te krijgen voor de laatste stop, maar eigenlijk had ik dat achteraf niet nodig, want ik had gewoon moeten doorrijden, zoals George heeft laten zien", zo vertelt Piastri. "Ik ben wel erg blij met het resultaat. We hebben de race heel goed geleid en ik denk dat we niet veel meer konden doen."
McLaren kwam snelheid tekort in België
Piastri zette echter wel een kanttekening bij zijn podiumplaats. Hij zag namelijk ook hoe teamgenoot Norris slechts zesde werd. "We hadden niet de snelheid. Het duurde ook een paar ronden voordat ik Charles [Leclerc] voorbij was en ik oververhitte ook de banden. Het was duidelijk dat George de juiste snelheid had om op één set harde banden te blijven rijden, maar wij hadden niet genoeg snelheid om hem omver te blazen. En zelfs Lewis had die snelheid [die van Russell, red.] niet. Ik denk dat we veel dingen goed hebben gedaan en onszelf de beste kansen hebben gegeven die we konden, maar dat was niet genoeg."