De FIA maakte gisteren het concept van de F1-reglementen voor 2026 bekend en daarin viel te lezen dat elektrisch vermogen een veel grotere rol gaat krijgen naast de traditionele verbrandingsmotor. Dit insinueert in eerste instantie misschien dat de sport, maar ook autofabrikanten, op den duur afscheid willen nemen van verbrandingsmotoren, maar niets lijkt minder waar. GPFans legt het je uit.
De huidige generatie Formule 1-auto's wordt aangedreven door een V6-hybridekrachtbron, waarbij een klein deel van het vermogen elektrisch wordt opgewekt. Deze technologie werd in 2014 in de koningsklasse geïntroduceerd, destijds met Renault, Ferrari en Mercedes als enige deelnemende motorfabrikanten. Helemaal nieuw was de techniek overigens niet, want vanaf 2009 werd er al gebruik gemaakt van hybride vermogen in de sport, al zij het op een andere manier. De overstap van de conventionele V8-motoren naar de V6-hybride turbo's verliep alles behalve rustig, maar inmiddels maakt de F1 al tien jaar lang gebruik van deze deels door elektriciteit aangedreven power units. Maar wat betekent dit voor de toekomst?
Verbrandingsmotor en elektrische aandrijving bijna 50/50 in 2026
Wie kijkt naar de eerste opzet voor de nieuwe F1-regelmenten die in 2026 hun intrede gaan doen, zal zien dat de verdeling van het opgewekte vermogen sterk verandert. Bijna de helft van het vermogen zal straks afkomstig zijn van de elektrische aandrijving. De interne verbrandingsmotor verzorgt de andere helft. Daar komt nog eens bij dat de verbrandingsmotor alleen nog maar mag worden aangedreven door synthetische e-brandstoffen. "We willen klimaatverandering aanpakken, en dit [de synthetische brandstoffen, red.] is een manier om dat te doen", zo zei voormalig technisch directeur Pat Symonds destijds. Alles wijst er dus op dat de Formule 1 - in samenwerking met de autofabrikanten - zich beweegt richting minder verbanding en meer elektriciteit. Echter, de vork zou nog wel eens anders in de steel kunnen zitten.
Audi stopt productie verbrandingsmotoren, waarom dan wel F1?
Niet alleen in de Formule 1, maar ook in de wereld van straatauto's prediken fabrikanten dat ze zo snel als mogelijk willen stoppen met het produceren van verbrandingsmotoren. Neem bijvoorbeeld de Duitse autogigant Audi, dat per 2026 stopt met de productie van nieuwe straatauto's met verbrandingsmotoren. Zij gaan enkel nog elektrische voertuigen produceren. Opvallend is dat dit hetzelfde jaar is waarin Audi de overstap maakt naar de Formule 1, om daar gigantische bedragen te stoppen in de ontwikkeling van een motor die ze nooit naar hun straatauto's gaan overbrengen.
Autofabrikanten zoeken naar alternatief voor elektrisch
De Formule 1 test vaak nieuwe technieken, methodes en onderdelen uit, alvorens ze worden gekopieerd naar straatauto's. Waarom zou Audi dan investeren in een geavanceerdere vorm van de hybride-techniek, als ze überhaupt gaan stoppen met het produceren van verbrandingsmotoren? Sommige experts denken dat de fabrikanten niet per se alles op elektrificatie gooien en ook zeker wel kijken naar alternatieven, al spreken ze dit misschien (nog) niet uit. “Geen enkel bedrijf volgt een lineair pad naar duurzaamheid”, vertelde Madeleine Orr, assistent-professor sportecologie aan de Universiteit van Toronto, aan CNBC. “Als Audi op zoek is naar de R&D die het nodig heeft om bepaalde producten op te voeren, dan is de F1 een geweldige manier om dat te doen.”
Sleutel in synthetische e-brandstof?
De sleutel lijkt hem te zitten in de synthetische e-brandstoffen, die dus vanaf 2026 verplicht in de Formule 1 gebruikt gaan worden. En laat Audi daar nu toevallig bovengemiddelde interesse in hebben. De Duitse autogigant is op de achtergrond al druk bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden om e-gas en e-diesel te produceren. In de Audi e-gasfabriek in Werlte in de Duitse deelstaat Nedersaksen wordt hernieuwbare elektriciteit gebruikt om water te breken in waterstof en zuurstof. In de tweede stap wordt de waterstof gereageerd met CO2 om synthetisch methaan – of e-gas – te verkrijgen. Het zou een alternatief moeten zijn op elektrische aandrijving, iets dat momenteel bijvoorbeeld nog moeizaam te gebruiken is in de scheep- of luchtvaart.
Nu meer en straks minder batterij?
Om een lang verhaal kort te maken: de Formule 1 is vanaf 2026 een uitstekende testomgeving voor autofabrikanten om het gebruik van e-brandstoffen verder te onderzoeken en te ontwikkelen. Dit kan uiteindelijk gebruikt worden als alternatief of ter vervanging van elektromotoren. De Formule 1 zelf erkent bij monde van CEO Stefano Domenicali ook dat het elektrogedeelte zeker niet wordt verhoogd in 2026 omdat men van de verbrandingsmotor af wil stappen. Het is juist precies andersom, zo benadrukt de topman. Als de e-brandstoffen aanslaan, dan kan het maar zo zijn dat de Formule 1 helemaal teruggaat naar enkel verbrandingsmotoren.
Succes e-brandstof kan batterij doen vergeten in F1
“Er wordt altijd gezien dat de F1 de lichtste en beste auto’s heeft, dus als duurzame brandstoffen succesvol zijn, kunnen we teruggaan naar een situatie waarin de batterij niet meer nodig is”, zo zegt Domenicali. Aramco, een grote sponsor in de Formule 1 en tevens betrokken bij Aston Martin, zou deze e-brandstoffen enorm pushen omdat zij duurzame brandstoffen zien als een beter alternatief dan elektrische voertuigen. Domenicali ontkent echter dat de Formule 1 zich hier door laat beïnvloeden. “We lobbyen voor niemand, we denken aan de beste toekomst voor iedereen”, zei hij. “Het is een zeer complex onderwerp en we moeten voorzichtiger zijn dan veel mensen die praten zonder de complexiteit van deze transitie te kennen", zo zegt hij.
F1-reglementen 2026 interessant voor fabrikanten
Bij de F1-reglementen voor 2026 gaat er dus veel aandacht uit naar het vergroten van de batterij, maar achter de schermen kijkt men ogenschijnlijk met veel meer interesse naar de werking van de e-brandstoffen in deze auto's, om dit mogelijk ook naar 'de normale wereld' te kunnen kopiëren. Niet voor niets hebben Ford en Audi zich aangemeld voor 2026 en toont ook Cadillac interesse om zich vanaf 2028 bij de sport te voegen. Een interessante ontwikkeling dus.