Kevin Magnussen werd eerder dit seizoen geschorst en moest bij een Formule 1-race vanaf de zijlijn toekijken. Het zou echter niet de eerste keer zijn dat een coureur uit de koningsklasse zo'n zware straf werd opgelegd. In deze GPFans Special duiken we de geschiedenisboeken in en nemen we belangrijke en bijzondere verbanningen van coureurs en teams onder de loep.
Het wereldkampioenschap heeft tegenwoordig een strafpuntensysteem. Voor bepaalde incidenten kunnen coureurs strafpunten op hun superlicentie krijgen en verzamelt een coureur 12 strafpunten binnen 365 dagen, dan levert dat een schorsing op. Bij Magnussen staat de teller momenteel op 10 voor het veroorzaken van crashes en meermaals voordeel halen uit buiten de baan gaan, en pas in maart 2025 zullen strafpunten bij de Deen aflopen. Ocon zal niet geschorst worden door de stewards, maar zijn eigen team maakte wel bijna die beslissing. Alpine-topman Bruno Famin dreigde namelijk met consequenties nadat de Fransman met ploegmaat Pierre Gasly was gecrasht tijdens de afgelopen Grand Prix van Monaco.
Riccardo Patrese in 1978
Ricciardo Patrese had twee decennialang het record voor de meeste Grands Prix verreden in handen. De lange carrière van de Italiaan begon in 1977 bij Shadow en een jaar later werd hij de allereerste coureur van het welbekende Arrows. Bij de start van zijn thuisrace op Monza deed de steward Gianni Restelli te vroeg de groene lichten aan. Allerlei auto's middenin het veld stonden nog niet eens stil en kwamen dus ook veel sneller van hun plek. Teveel auto's gingen zij-aan-zij voor de eerste bocht waar de baan steeds nauwer werd. Bijna tien coureurs raakten betrokken bij een angstaanjagend ongeluk die begon toen James Hunt moest uitwijken voor Patrese en het achterwiel van Ronnie Peterson raakte. De laatstgenoemde maakte een forse impact mee en zijn Lotus vloog in brand. Hunt, Clay Regazzoni en Patrick Depailler konden de Zweed, die zware beenverwondingen had opgelopen, op tijd uit de fikkende bolide trekken, maar in het ziekenhuis stierf Peterson aan een embolie na een operatie. Hunt, Niki Lauda, Emerson Fittipaldi, Jody Scheckter en Petersons teamgenoot Mario Andretti dreigden zich terug te trekken uit de Formule 1 als Patrese niet werd geschorst voor zijn agressieve inhaalactie. De wedstrijdleiding was het met de coureurs eens, al mocht zo'n schorsing niet volgens de wet. Arrows besloot Patrese voor de race op Waktins Glen in de Verenigde Staten aan de kant te zetten vanwege de druk. Hunt bleef Patrese nog jarenlang de schuld te geven en dat liet de wereldkampioen van 1976 maar al te graag blijken tijdens zijn werk als BBC-commentator in de 80-er jaren.
Tyrrell in 1984
Tyrrell was in 1984 het enige Formule 1-team dat een atmosferische motor in plaats van een turbomotor gebruikte. Omdat turbomotoren relatief zwaar waren, zat Tyrrell als enige ver onder de gewichtslimiet zonder vloeistoffen in de auto en dus plaatste het tanks voor een waterinjectiesysteem in de 012-bolide. Tyrrell voegde het water pas bij de laatste pitstop toe, zodat ze het eerste deel van de race onder de gewichtslimiet konden rijden. Naast water werden ook balletjes van lood toegevoegd om de auto zwaar genoeg te maken. Tyrrell werd na de tweede plaats van Martin Brundle in Detroit betrapt. Vanwege het lood in het water werd het mengsel als een aromaat en dus als extra brandstof gezien. De FIA beschuldigde Tyrrell van middenin de race tanken, wat in 1984 verboden was, het gebruik van een illegale brandstof, de auto voorzien van illegale brandstofleidingen en het gebruik van ballast dat niet vastzat aan de auto. Brundle en Stefan Bellof werden van iedere race dat jaar gediskwalificeerd. Tyrrell ging tevergeefs in beroep en werd verbannen van de laatste drie wedstrijden van 1984.
Ayrton Senna in 1984
Ayrton Senna maakte in 1984 zijn debuut in de Formule 1. De duidelijk getalenteerde Braziliaan verdiende twee podiums met achterveldteam Toleman. Er waren genoeg topteams die Senna's handtekening onder hun contracten wilde zien, maar het was uiteindelijk Lotus die hem wist te strikken voor 1985. De deal werd tijdens het raceweekend op Zandvoort bekendgemaakt en voor deze aankondiging wist Toleman nog van niks. Boos dat Senna geen update had gegeven over zijn toekomstplannen, besloot het team hem te schorsen voor de volgende race op Monza. Stefan Johansson viel in Italië voor hem in, en werd overigens indrukwekkend vierde, maar Senna mocht nog wel terugkeren voor de laatste twee Grands Prix op de Nürburgring en Estoril.
Nigel Mansell in 1989
Nigel Mansell kwam in 1989 uit voor Ferrari en reed tijdens de Portugese Grand Prix op Estoril aan de leiding, toen hij de pitstraat in kwam voor zijn enige stop. Een snelheidslimiet bestond toen nog niet en hij reed zo hard de pitstraat in dat hij met blokkerende banden zijn pitbox miste. Ondanks gebaren van de pitcrewleden van de Scuderia om het niet te doen, besloot Mansell toch om zijn Ferrari in de achteruit te zetten en die paar meter terug te rijden zijn pitbox in. Het duwen van de auto was legaal, maar achteruit rijden in de pitstraat was verboden en dus kreeg de Brit de zwarte vlag te zien. Mansell bleef ondanks de diskwalificatie doorrijden en beweerde na de race de zwarte vlag nooit gezien te hebben. Het ging van kwaad tot erger toen hij in de slotfase Ayrton Senna uitschakelde in het gevecht om de tweede plaats. De stewards legde Mansell daarom een schorsing op van één race.
Alain Prost vertrok na zes seizoenen bij McLaren, het team waarmee hij drie wereldkampioenschappen had verdiend, naar Ferrari voor 1990. Dat jaar kon hij nog strijden met Senna om de titel, maar de 642- en 643-bolides van 1991 waren niet competitief. Prost lag vijfde in het kampioenschap na vijf podiums, waarvan nul overwinningen, met nog één race te gaan in het seizoen. Aan die Australische Grand Prix zou hij echter niet meedoen. Prost bekritiseerde Ferrari openlijk tegenover de media vanwege de slecht presterende auto en dus besloot het Italiaanse team om hem op staande voet te ontslaan. Minardi-coureur Gianni Morbidelli werd opgeroepen om in Adelaide in te vallen voor Prost. De Fransman werd door Ferrari betaald om in 1992 helemaal niet te racen. Het jaar daarop reed hij nog één seizoen mee in de koningsklasse en sleepte hij zijn vierde wereldtitel binnen met Williams.
Andrea Moda in 1992
Schoenontwerper Andrea Sassetti kocht in september 1991 Coloni op en vernoemde zijn nieuwe Formule 1-team naar zijn bedrijf Andrea Moda. Hij betaalde Simtek om een ontwerp voor een F1-auto over te mogen nemen dat Simtek had gemaakt voor BMW in 1990 en dit werd uiteindelijk de slome en onbetrouwbare Andrea Moda S921. Het team werd direct voor de seizoensopener van 1992 in Zuid-Afrika geschorst voor het niet betalen van de $100.000 aan inschrijfgeld. Sassetti vond dat hij geen nieuw team had, omdat hij Coloni had overgenomen, maar de FIA hield voet bij stuk. Enrico Bertaggia en Alex Caffi werden na twee raceweekenden ontslagen vanwege kritiek op de slechte voorbereidingen van Andrea Moda en dus werden Perry McCarthy en Roberto Moreno ingehuurd. Alleen de laatstgenoemde wist de S921-bolide een keer in een Grand Prix te krijgen door zich snel genoeg te kwalificeren in Monaco. De Braziliaan viel na 11 ronden uit met een opgeblazen Judd V10-motor. Andrea Moda werd in aanloop naar Monza voor de rest van het seizoen verbannen door de World Motor Sport Council, vanwege "het niet kunnen runnen van een team op een manier die voldoet aan de normen van het kampioenschap" nadat Sassetti was gearresteerd voor het vervalsen van facturen voor auto-onderdelen.
Eddie Irvine in 1994
Eddie Irvine mocht in 1994 meedoen aan zijn eerste volledige seizoen met Jordan. In de eerste race in Brazilië ging het echter al goed fout, toen hij het gras op reed in een poging Jos Verstappen in te halen. Hij schakelde niet alleen zichzelf en de Benetton van de Nederlander uit, maar ook Martin Brundle, die een wiel van Verstappen tegen zijn hoofd kreeg, en achterblijver Éric Bernard. De stewards legden de Ier een schorsing op van één race naast dat hij de portemonnee moest trekken voor een boete van $10.000. Irvine ging tevergeefs in beroep en de FIA besloot de schorsing met twee races te verlengen. Aguri Suzuki viel in voor de Pacific Grand Prix en Andrea de Cesaris mocht achter het stuur van de Jordan kruipen in Imola en Monaco.
Mika Häkkinen in 1994
In de laatste bocht van de laatste ronde van de Britse Grand Prix in 1994 raakten Rubens Barrichello en Mika Häkkinen elkaar. De laatstgenoemde kreeg een schorsing van één race opgelegd, maar deze straf hoefde de Fin alleen te incasseren als hij in een van de drie volgende races wederom een crash zou veroorzaken. Hij mocht dus gewoon aan de start staan van de Duitse Grand Prix drie weken later. Elf coureurs crashten bij de start op de Hockenheimring en onder andere Häkkinen maakte contact met David Coulthard in de eerste bocht en kwam hard in de bandenstapels terecht. Mark Blundell trapte op de rem om de McLaren te ontwijken en werd geraakt door de twee Jordans en Heinz-Harald Frentzen. Häkkinen werd voor de race in Hongarije geschorst en Peugeot-fabriekscoureur Philippe Alliott mocht voor hem invallen.
Michael Schumacher in 1994
Tijdens de Britse Grand Prix op Silverstone kreeg Michael Schumacher een stop-and-go penalty voor het inhalen van titelrivaal Damon Hill in de opwarmronde. De Duitser kwam niet naar de pitstraat om de straf te innen en dus werd hij gediskwalificeerd en kreeg hij de zwarte vlag te zien. Benetton verklaarde na afloop van de race dat er miscommunicatie was met hun rijder. Schumacher kreeg een schorsing van twee races opgelegd door de FIA voor het op de baan blijven na een diskwalificatie. Ze gingen tevergeefs in beroep en dus werd hij later in het seizoen pas geschorst. JJ Lehto mocht invallen in Italië en Portugal. Schumacher pakte alsnog zijn eerste wereldkampioenschap in 1994, ondanks de diskwalificatie op Silverstone voor het negeren van een straf, een diskwalificatie op Spa-Francorchamps voor teveel slijtage van de vloerplank en de schorsing van twee Grands Prix.
Jacques Villeneuve in 1997
Jacques Villeneuve arriveerde in Japan voor de één na laatste race van 1997 met een voorsprong van 9 punten op Michael Schumacher. De Williams-coureur was dat jaar al drie keer betrapt op het negeren van gele vlaggen en hij deed het opnieuw tijdens de vrije trainingen op Suzuka. Hij kwalificeerde zich op de pole position, maar de FIA besloot hem te schorsen voor de rest van het weekend vanwege zijn gevaarlijke rijgedrag. Williams ging in beroep en omdat er te weinig tijd was voor de stewards om al het bewijs tegen Villeneuve te herzien, mocht de kampioenschapsleider alsnog meedoen. Hij viel tijdens de race terug en kwam als vijfde aan de finish. In plaats van het risico lopen dat de stewards Villeneuve alsnog zouden schorsen voor de seizoensfinale in Jerez, besloot Williams het beroep terug te trekken. Daardoor werd Villeneuve uit de resultaten van de Japanse Grand Prix geschrapt en dus eigenlijk met terugwerkende kracht geschorst. Michael Schumacher won op Suzuka en ging met 1 punt voorsprong naar Jerez. Daar stuurde hij in op Villeneuve en viel hij in de grindbak uit, waardoor de Canadees toch nog naar de titel kon rijden.
Felipe Massa in 2002
Felipe Massa maakte zijn debuut in de Formule 1 in 2002. Na de Italiaanse Grand Prix kreeg hij van de stewards een gridstraf van tien posities opgelegd voor de volgende wedstrijd vanwege het te enthousiast verdedigen en blokkeren ten opzichte van Jaguar-coureur Pedro de la Rosa, resulterend in contact tussen de twee. Aangezien Jaguar en ook Jordan volop streden met Sauber om een boel prijzengeld in het constructeurskampioenschap, besloot het laatstgenoemde team om haar eigen coureur te schorsen - een tactische zet. Massa hoefde op die manier zijn gridstraf niet te incasseren en werd Heinz-Harald Frentzen, die al een contract bij Sauber had getekend voor 2003, opgeroepen om Massa voor de race op Indianapolis te vervangen. Sauber bleef voor de twee eerdergenoemde renstallen qua punten en verdiende zo de vijfde positie in de eindstand.
Jarno Trulli in 2004
Jarno Trulli had aan het begin van het seizoen 2004 de overhand bij Renault. Hij sleepte de enige overwinning van het Franse team dat jaar binnen, en tegelijkertijd ook de enige zege uit zijn carrière, in Monaco. Vanaf dat moment ging het echter bergafwaarts voor de Italiaanse coureur. Meer dan een paar vierde plaatsen wist hij niet te scoren, terwijl Fernando Alonso juist vaak op het podium terechtkwam. Trulli tekende voor 2005 voor Toyota en omdat hij in zijn uiteindelijk laatste vijf races voor Renault nul punten binnensleepte, besloot het team hem vroegtijdig de laan uit te sturen. Naar verluidt zou Renault zich ook hebben geschaamd dat Trulli in de laatste bocht van de laatste ronde een podium verloor aan Rubens Barrichello tijdens de thuisrace van het team op Magny-Cours. Jacques Villeneuve deed de laatste drie races van 2004 in de plaats van Trulli, maar ook hij scoorde geen punten.
BAR in 2005
British American Racing was in 2004 indrukwekkend tweede in het wereldkampioenschap geworden, maar 2005 zou uitlopen tot een dramatisch seizoen. Pas in de tiende race van dat jaar kwam BAR voor het eerst in de punten terecht, mede door de onbetrouwbare 007-bolide en door het bandenfiasco op Indianapolis, maar ook door een diskwalificatie en een schorsing. Tijdens de Grand Prix van San Marino werd ontdekt dat de BAR zonder vloeistoffen erin lichter was dan het minimumgewicht van 605kg. Het team van Craig Pollock beargumenteerde dat de auto pas werkte met tenminste 6kg benzine aan boord en dat die dus bij het gewicht meegerekend moest worden. De FIA was het daar niet mee eens en diskwalificeerde de auto's van Jenson Button en Takuma Sato in Imola en ze werden geschorst voor de wedstrijden in Spanje en Monaco. Toenmalig FIA-president Max Mosley wilde BAR schorsen voor het gehele seizoen, maar omdat er alleen bewijs was van het overschrijden van de regels en geen bewijs dat het was gedaan met opzet om vals te spelen, bleef het bij een schorsing van twee races.
Renault in 2008
Tijdens de Grand Prix van Singapore van 2008 crashte Nelson Piquet Jr. in de veertiende ronde, net nadat teamgenoot Fernando Alonso een pitstop had gemaakt. Piquet had zijn Renault expres in de muur gezet, in opdracht van teambaas Flavio Briatore en engineer Pat Symonds. Op die manier kon Alonso op strategie de race te winnen. Massa nam tijdens zijn pitstop achter de safety car de brandstofslang mee en verloor daardoor kostbare posities. Als de resultaten van deze race niet mee zouden tellen, had de Ferrari-coureur het kampioenschap op zijn naam geschreven met vijf punten voorsprong op Lewis Hamilton. Het was echter de Brit die dat seizoen de titel binnensleepte na een knotsgekke Braziliaanse Grand Prix, met één puntje voorsprong. Massa is daarom een rechtszaak gestart in de hoop financiële compensatie te kunnen krijgen. Het schandaal staat wereldwijd bekend als 'Crashgate'. Renault-teambaas Flavio Briatore moest ontslag nemen en werd voor het leven verbannen van FIA-evenementen. Ook technisch directeur Pat Symonds kreeg opdracht te vertrekken en werd voor vijf jaar verbannen van FIA-evenementen. Anderhalf jaar na het incident werd besloten dat Briatore en Symonds vanaf 2013 weer rollen in de Formule 1 mochten vervullen.
Romain Grosjean veroorzaakte bij de start van de Grand Prix van België in 2012 een angstaanjagende crash. Hij reed achterop Hamilton, voordat zijn Lotus-Renault over de Ferrari van Alonso werd gekatapulteerd. Grosjeans bolide raakte bijna het hoofd van de Spanjaard. Ook Pastor Maldonado en Sergio Pérez moesten door schade opgeven. De FIA legde een schorsring van één race op en Grosjean kreeg daarnaast een boete van €50.000. De stewards beschouwden het incident "als een uiterst ernstige overtreding van het sportief reglement wat mogelijk letsel bij anderen had kunnen veroorzaken. Het elimineerde ook kampioenschapskandidaten uit de race". Grosjean en Lotus-Renault accepteerden de straf en reservecoureur Jérôme d'Ambrosio werd opgeroepen om de in Zwitserland geboren Fransman te vervangen voor de wedstrijd op Monza.
Nikita Mazepin kreeg voor het seizoen van 2021 een zitje bij Haas aangeboden. Het team wat toen nog onder leiding van Guenther Steiner stond, had geld nodig en Mazepin bracht dankzij zijn vader een enorme zak met cash mee. Uralkali, een van de grootste producenten van de meststof potas ter wereld, kwam overal op de auto's en overalls van de Haas-teamleden te staan, aangezien Dmitri Mazepin de vice-voorzitter van het Russische bedrijf was. Nikita kreeg, ondanks dat hij qua prestaties niet in de buurt kwam van ploegmaat Mick Schumacher, ook voor 2022 een contract aangeboden, maar op 5 maart dat jaar besloot Haas om het contract met de coureur en het contract met titelsponsor Uralkali te verscheuren als reactie op de invasie van Rusland in Oekraïne. Russische coureurs en teams mogen vanwege de oorlog niet langer onder een licentie van hun land uitkomen in evenementen van de FIA, zo besloot de internationale autosportbond, en dus was Mazepin, in ieder geval onder zijn eigen vlag, verbannen uit de Formule 1.
Kevin Magnussen in 2024
Wanneer een coureur 12 strafpunten op zijn superlicentie heeft, dan wordt diegene voor één Grand Prix geschorst. Dat is wat Kevin Magnussen overkwam voor de Grand Prix van Azerbeidzjan en waarom Ollie Bearman bij Haas moest instappen. Hij had in een periode van 12 maanden Alexander Albon geraakt in Saoedi-Arabië, Yuki Tsunoda in China en Logan Sargeant in Miami. Magnussen kreeg ook strafpunten voor het meermaals de baan verlaten in diezelfde laatstgenoemde race. De teller kwam op 12 te staan, toen hij toucheerde met Pierre Gasly tijdens de Grand Prix van Italië. Beiden konden gewoon zonder schade en met nauwelijks tijdverlies door, dus toen de stewards bekendmaakten 2 strafpunten te hebben uitgedeeld, was iedereen verbaasd, inclusief Gasly die het zelfs "heel oneerlijk" noemde. Magnussen mocht, na het uitzitten van Bakoe, weer met een schone lei beginnen in Singapore.