Als het aan George Russell ligt, dan mag er wel wat veranderd worden aan de reglementen wat betreft het kostenplafond. Volgens hem zal het anders nog een aantal jaar duren voordat andere teams kunnen meestrijden met Red Bull Racing om de wereldkampioenschappen in de Formule 1.
Het budgetplafond werd voor het seizoen van 2021 geïntroduceerd. De FIA wilde op deze manier ervoor zorgen dat de kosten niet uit de hand zouden lopen. De internationale autosportbond hoopte ook dat de beste teams met het meeste geld niet een te grote voorsprong zouden krijgen op de midden- en achterveldteams. In 2021 mocht een team niet meer dan 145 miljoen dollar (toendertijd 135 miljoen euro) besteden. Ondertussen is het elk seizoen wat naar beneden gegaan en ligt de limiet momenteel op 135 miljoen dollar voor 21 races plus 1,8 miljoen dollar per Grand Prix meer, dus in totaal mogen teams dit jaar 140,4 miljoen dollar besteden.
Russell ziet wel wat in het idee om het geld dat besteed mag worden, en de tijd die mag worden besteed in de windtunnel, omlaag te brengen. "Ik denk dat de veranderingen die we zien in de reglementen met het budgetplafond en met de windtunneltijd, het veld wel dichterbij elkaar brengt, maar moet het misschien niet nog wat strikter? Ik weet het niet, maar momenteel kan niemand een inhaalslag maken op Red Bull met beide van die limieten."
"Maar we moeten gewoon focussen op onszelf en ons best blijven doen," vervolgde de Britse coureur van Mercedes tegenover de aanwezige media in Miami. "We moeten proberen onszelf verder naar voren te brengen, maar het is ook de realiteit dat Red Bull een grote voorsprong heeft op iedereen, en het kan tot 2026 duren voordat ze worden uitgedaagd voor de titel."
In 2026 worden nieuwe technische reglementen geïntroduceerd. De power units gaan op de schop waarbij het elektrisch vermogen flink omhooggaat. Daarnaast wordt er geëxperimenteerd met actieve aerodynamica. Tegelijkertijd probeert de FIA de auto's ook kleiner te maken en het gewicht naar beneden te brengen.