Adrian Newey kondigde begin deze maand officieel zijn afscheid aan bij Red Bull Racing. Naast het serieuze werk, in het geval van Newey als hoofdontwerper en tevens chief technology officer, was er bij het Oostenrijkse F1-team soms ook tijd voor grappen en grollen.
In 2010 verdiende Red Bull Racing voor het eerst de rijders- en de constructeurstitel in de Formule 1. Na de seizoensfinale in Abu Dhabi had de energiedrankfabrikant nog maar vijftien overwinningen achter haar naam staan dankzij Mark Webber en kampioen Sebastian Vettel. De kampioenschapsbeker van dat jaar zou in de receptie van de Red Bull-fabriek in Milton Keynes komen te staan, maar Helmut Marko vond dat de receptie aan verbouwing toe was. Daardoor moest Newey twee maandenlang na iedere werkdag een flink eind omlopen van zijn kantoor naar de parkeerplaats, een wandeling van zo'n tien minuten. Zijn eigen nieuwsgierigheid leverde hem een gênant moment op.
"Op een bepaalde avond liep ik naar de receptie waar geel-zwart-gestreepte tape hing waarop stond 'verboden toegang'," zo schreef Newey in zijn boek How to Build a Car. "Nieuwsgierig dat ik was, dook ik onder het gestreepte tape door de receptie in en het viel me op dat ze glazen deuren geïnstalleerd hadden. Ik dacht: 'Hm, eens kijken of deze schuifdeuren werken'. En ja hoor, ze werkten. Van daaruit kon ik een vestibule zien met stukken hout die aan elkaar gespijkerd waren. Echter, er zat een gat in het hout waarvan ik dacht dat ik me er doorheen kon wurmen."
"Dat deed ik en ik feliciteerde mezelf met het feit dat ik de lange wandeling had vermeden, en toen... boem," vervolgde de ontwerper. "Het stuk hardboard waarop ik stond, bezweek door mijn gewicht waardoor ik anderhalve meter naar beneden in een gat viel. Ik dacht, terwijl ik mijn koffertje terug omhoog gooide, schaapachtig uit het gat klom, mezelf afklopte en richting de auto liep: 'Niemand heeft het tenminste gezien'. Dat dacht ik in ieder geval. Tijdens de kerstborrel later dat jaar liet Christian de camerabeelden aan het hele team zien. Eigen schuld, dikke bult."