Het Formule 1-team van Haas heeft een wel heel bijzondere manier gevonden om geld te besparen. De Amerikaanse formatie trok in Bahrein de aandacht met haar 'mini-pitmuur', waarin slechts plek is voor drie personen. Guenther Steiner, de teambaas, moet hierdoor in de garage plaatsnemen.
Vanwege de strenge budgetcap-regels, zoeken de teams naar allerlei innovatieve manieren om geld te besparen. Tijdens de openingsdag in Bahrein ging de aandacht vooral uit naar de wijzigingen aan de verschillende auto's, maar wie goed keek, zag ook een opmerkelijke verandering bij het team van Haas in de pitstraat. Waar de teams normaliter een pitmuur hebben met zo'n zes zitplaatsen, heeft Haas nu maar ruimte voor drie mensen. De Amerikaanse formatie heeft een soort 'mini-pitmuur' geïntroduceerd. Het ziet er enigszins opmerkelijk uit, maar volgens teambaas Steiner zijn de voordelen groter dan de nadelen.
Kleinere pitmuur levert Haas kwart miljoen dollar op
Door de nieuwe deal met titelsponsor MoneyGram heeft Haas plots de middelen om flink te investeren. Echter, men moet wel binnen het budgetplafond blijven. Om zoveel mogelijk geld in de ontwikkeling van de auto te kunnen steken, heeft men besloten de pitmuur in te korten. "Heb je liever zes mensen daar (op de pitmuur, red.) of een kwart miljoen extra aan updates voor de auto? Ik weet wel wat we dan doen", zo liet Steiner optekenen aan The Race. De consequentie is wel dat Steiner zelf ook niet meer aan de pitmuur plaats kan nemen. "De jongens kwamen met dat idee en als ik binnen (in de garage, red.) moet blijven, heb ik daar geen probleem mee. Ik hoef daar niet te zijn", aldus Steiner.
Volgens Steiner zijn drie mensen aan de pitmuur voldoende en scheelt het het team gewoon onwijs veel geld. Een kleinere pitmuur is qua logistiek makkelijker en goedkoper te vervoeren. Het zou het team op jaarbasis zo'n kwart miljoen dollar schelen. "Met drie stoelen (aan de pitmuur, red.) kunnen we dekken wat we nodig hebben en herschikken. Het bespaart geld, wat we in de ontwikkeling kunnen steken, omdat we een budgetplafond hebben", zo besluit de teambaas.