Red Bull-teambaas Christian Horner is tevreden over de progressie die wordt geboekt door de power unit-afdeling, maar geeft tegelijkertijd toe dat het een achterstand van zeventig jaar heeft op teams als Ferrari.
Het Oostenrijkse team moest eind 2021 een plan 'B' verzinnen toen Honda bekendmaakte dat het zou stoppen in de Formule 1. Red Bull heeft in het verleden met diverse motorleveranciers samengewerkt en om niet afhankelijk te zijn van een leverancier, richtte het team daarom haar eigen motorafdeling op genaamd: Red Bull Powertrains. Daarvoor trok het team niet alleen personeel aan van Honda, ook werknemers van Ferrari, maar ook Mercedes werden binnengehaald. Daarnaast wordt de elektrische kant van de power unit vanaf 2026 een groter onderdeel van de krachtbron en dus is Ford als partner gestrikt.
Geen garanties
De uitdaging is duidelijk, zo moet Red Bull Powertrains voor een top krachtbron zorgen aan het begin van 2026. Horner wijst bij PlanetF1 echter naar de opgave, waarbij een duidelijke blauwdruk van een power unit ontbreekt. "Ik bedoel, we zitten op een steile leercurve, waarbij we zeventig jaar achterstand hebben op Ferrari. Maar we hebben een geweldige groep mensen, we passen dezelfde filosofie toe als op het chassis en op de motor – het is een andere uitdaging. Met de motor zijn er geen garanties en er is geen kennis over hoe de rest ervoor staat met deze nieuwe regelgeving."
Progressie is indrukwekkend
De motorafdeling is nu een aantal jaren operationeel en Horner wijst naar de uitdaging. "Het is een schoon vel papier en we hebben niet het voordeel van een bestaande motor waar we van kunnen leren. Vanuit het perspectief van het kostenplafond is dat een nadeel", stelt de teambaas van Red Bull Racing. Toch ziet hij ook het voordeel van de huidige situatie. "Maar tegelijkertijd hebben we geen afleiding van de huidige motor en de betrouwbaarheidsproblemen enzovoort die daar moeten worden opgelost." De eigen gestelde doelstellingen worden daarnaast wel behaald, zo benadrukt Horner. "Met nog iets minder dan twee jaar te gaan, als ik kijk naar de vooruitgang die we de afgelopen twee jaar hebben geboekt vanuit een bijna staande start, is dat zeer indrukwekkend."