Carlos Sainz wist afgelopen race de Grand Prix van Australië te winnen nadat hij twee weken daarvoor onder het mes moest. Jeremy Clarkson vraagt zich door de zege af hoe moeilijk Formule 1-auto's nu daadwerkelijk te besturen zijn.
Sainz moest drie weken geleden tijdens de Grand Prix van Saoedi-Arabië noodgedwongen verstek laten gaan wegens problemen met zijn blindedarm en terwijl de Spanjaard onder het mes ging, reed Oliver Bearman een uitstekend weekend. Twee weken later was de Madrileen weer fit om aan de start te verschijnen en liet hij nog maar eens zien uit welk racehout hij gesneden is. Na een mooie inhaalacte op Verstappen zag hij hoe de Nederlander ook nog tegen remproblemen aanliep en uitviel, waardoor Sainz opnieuw de man is die Verstappen zijn zegereeks weet te doorbreken.
Twijfel
De prestaties van Sainz, enkele weken na het ondergaan van een operatie, hebben in de hele wereld op een hoop applaus kunnen rekenen. De Madrileen werd geroemd om zijn knappe comeback, al is niet iedereen overtuigd van de prestaties en met name de moeilijkheidsgraad ervan. Clarkson behandelt de zege van Sainz in zijn column voor The Sun en kiest een opvallende invalshoek: "Veel mensen zagen dit als een heroïsch vertoon van vastberadenheid en lef. Dat trek ik echter in twijfel", zo opent de voormalig Top Gear-presentator zijn betoog.
Lastiger om erheen te lopen
Clarkson vervolgt: "Er wordt ons altijd maar verteld dat Formule 1-auto's straaljagers voor op de weg zijn. Een orkaan aan geluid en G-krachten. Je zou een supermens moeten zijn om er een te kunnen rijden. Echt waar? Ik vraag het alleen maar omdat Carlos op de foto lag in het ziekenhuis en hij er voor de race duidelijk niet helemaal goed uitzag. Uiteindelijk wist hij het voor twee uur vol te houden in de auto. Zoals ik het zie, geloof ik dat het lastiger is om naar een Formule 1-auto te lopen dan dat je hem moet besturen", besluit hij.