De van Alpine overgekomen Pat Fry, moet in alle eerlijkheid toegeven dat hij de toestanden bij Williams nog niet eerder heeft gezien. De technische directeur wijst naar leveringsproblemen bij het team en stelt dat de financiële huishouding ook nog wel te wensen overlaat.
Williams werd tijdens de testdagen geplaagd door technisch malheur. Zo was Alexander Albon degene die het eerste zijn FW46 langs de kant moest zetten vanwege technische problemen. Niet veel later volgde Logan Sargeant, die overigens daarna zelf een foutje maakte. Williams legde in totaal 299 rondjes af, het minst van alle teams tijdens de testdagen.
Fry heeft in het verleden bij McLaren, maar ook bij Ferrari gewerkt en legt bij Autosport.com uit dat hij nog nooit zoiets heeft gezien, als nu bij Williams. "De manier waarop we een auto maken is heel anders dan wat ik normaal zou noemen. En het is niet erg efficiënt", zo luidt de beknopte versie. Williams beschikt nu eenmaal niet over de meest moderne faciliteiten en dat lijkt Fry nu aan te wijzen. "We hadden gewoon alles [te laat]. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Ik wil het niet nog een keer meemaken. Ik weet zeker dat James [Vowles] het ook niet nog een keer wil meemaken!"
Het is in de ogen van Fry niet alleen nadelig voor de financiën, ook voor de ontwikkeling van de FW46 is het niet bevorderlijk: "Het doet je op een aantal manieren pijn. Want als ik het vergelijk met wat ik gewend ben, dan hebben we alle aerodynamische ontwerpen in een vrij vroeg stadium aangeleverd, maar we hebben nog steeds moeite om ze te krijgen, want we zitten als het ware vast in die enorme berg aan onderdelen die we al moeten maken. En dan is het ook nog eens niet erg kostenefficiënt. Dus uiteindelijk benadelen we onszelf daar ook. Dus ik denk dat dit allemaal te maken heeft met onze werkwijze en de heersende cultuur."