Max Verstappen noemt de recente wijzigingen aan het sprintformat in de Formule 1 een verbetering, maar vertelt nog altijd niet echt warm te draaien voor het verrijden van een extra race over 100 kilometer tijdens een Grand Prix-weekend.
De Formule 1 introduceerde de sprintraces voor het eerst in 2021. Sindsdien is het weekend ieder jaar op de schop gegaan. Zo is het aantal sprintraces gestegen van drie naar zes, krijgt nu de top acht WK-punten in plaats van de top drie, heeft de sprintrace een eigen losstaande kwalificatie en gaat de bokaal voor pole position naar de coureur met de snelste rondetijd in de kwalificatie voor de Grand Prix zelf. Ook voor dit jaar zijn er weer wat wijzigingen aangebracht. Al is er nu enkel wat geschoven met de volgorde van de sessies.
Nieuwe indeling sprintformat
Afgelopen seizoen werd tijdens een sprintraceweekend op vrijdag een vrije training verreden, waarna het tijd was voor de kwalificatie voor de Grand Prix van zondag. Op zaterdag volgende de Sprint Shoutout, - de kwalificatie voor de sprint - waarna de sprintrace zelf werd verreden. Dit jaar is het zo dat na de eerste vrije training de Sprint Shootout wordt verreden. Op zaterdagochtend volgt de sprintrace, waarna het tijd is voor de kwalificatie voor de Grand Prix. Zo is de 'officiële' kwalificatie, net als tijdens de standaard raceweekenden, de laatste sessie voor de hoofdrace. Ook zijn de parc ferme-regels versoepeld, waardoor teams tijdens springweekenden meer vrijheid hebben om de auto aan te passen.
Verstappen weinig enthousiast
"Dat is iets beter", wordt Verstappen geciteerd door Racefans. "Soms kom je vast te zitten en weet je dat je weekend verpest is, omdat je niets meer kan veranderen. Dat zal absoluut helpen." Alhoewel de indeling nu "iets logischer" is volgens de drievoudig wereldkampioen, hecht hij nog altijd weinig waarde aan de sprintraces: "Persoonlijk word ik er niet enthousiaster van om een sprintrace te winnen of te vechten voor dat soort races", aldus de 26-jarige Red Bull Racing-coureur.