Nyck de Vries (28) heeft van de rechtbank te horen gekregen dat hij niet in recht staat in zijn onenigheid met investeringsmaatschappij Investrand, dat onder leiding staat van ondernemer Jeroen Schothorst. Schothorst leende in 2018 een fiks geldbedrag aan De Vries, maar de coureur weigerde dit tot op heden terug te betalen.
Enkele jaren geleden was het Investrand dat als investeerder geloofde in de kansen van De Vries in de autosport. Zij leende hem een bedrag van 250.000 euro. Er werd afgesproken dat De Vries dit geldbedrag niet hoefde terug te betalen als hij voor het einde van 2022 niet actief zou zijn in de Formule 1. Daarnaast schudde beide partijen elkaar de hand over dat wanneer De Vries wel in de koningsklasse zou rijden, hij vijftig procent van zijn inkomsten zou afstaan aan Investrand. Schothorst en zijn bedrijf klopten enige tijd geleden bij De Vries aan om hun geld op te halen, maar de coureur uit Sneek weigerde te betalen. De zaak kwam voor de rechter en deze heeft Investrand nu in het gelijk gesteld.
Financieel drama ontvouwt zich voor De Vries
De Vries stelde dat Investrand geen recht had op het geld, omdat hij pas in 2023 aan de slag ging als volwaardig Formule 1-coureur bij AlphaTauri. De investeringsmaatschappij was echter van mening dat De Vries wel degelijk eerder als F1-coureur aangemerkt kon worden, omdat hij in 2022 reservecoureur was voor Mercedes en een volledige Grand Prix afwerkte in dienst van Williams. De rechtbank oordeelde dat De Vries inderdaad als F1-coureur kon worden gezien in 2022. De uitslag van de rechtszaak heeft enorme financiële consequenties voor De Vries, die nu een monsterbedrag moet gaan overmaken richting de investeringsmaatschappij.
De Vries moet portemonnee trekken
Niet alleen moet De Vries zijn geleende bedrag van een kwart miljoen euro, plus rente, terugbetalen, maar ook moet hij vijftig procent van zijn inkomsten uit zijn avontuur bij AlphaTauri overmaken richting Investrand. "Ik ben blij dat we nu door de rechter in het gelijk gesteld zijn, al betreur ik natuurlijk dat deze procedure nodig was. Liever hadden we in goed overleg een regeling getroffen zonder procedures, maar helaas zijn onze pogingen daartoe telkens door Nyck en zijn advocaat resoluut van de hand gewezen", zo reageerde Schothorst.