Gerhard Berger, voormalig F1-coureur van onder meer Ferrari, is van mening dat de huidige coureurs in de koningsklasse een stuk verwender zijn en makkelijker klagen dan vroeger het geval was. Zelfs in vergelijking met andere sporten valt het Berger op dat het verschil nogal groot is.
In gesprek met Auto, Motor und Sport stelt Berger dat de Formule 1 een sport is geworden waarbij alles tot in de puntjes geregeld is en wordt voorbereid. Volgens de Oostenrijker is dit enorm overdreven, omdat iedereen - inclusief de coureurs - hierdoor het idee heeft dat ze 'verwend' worden. "De Formule 1 is meer afstandelijk in zijn gehele houding. Alles is ondergeschikt aan perfectie, alles is berekend. Als een coureur zijn vinger verstuikt, staan artsen en fysiotherapeuten meteen paraat."
Ter vergelijking haalt Berger de MotoGP erbij. "In de MotoGP breekt een rijder 's ochtends zijn schouder en staat, bot gezegd, 's middags alweer op zijn motor. Zo stel je je supersterren voor die enerzijds een helse machine beheersen, maar dan ook hun tanden op elkaar bijten als het pijn doet. In de Formule 1 klagen coureurs als het te warm is, zoals in Qatar. Tijdens mijn tijd reden we in Rio bij 40 graden en hoge luchtvochtigheid. En we moesten ook handmatig schakelen."
F1 loopt ver achter
Volgens Berger zijn er ook voor de coureurs grenzen, maar moet de Formule 1 wel mee met de tijd. "Ik wil niet zeggen dat het vroeger moeilijker was, maar het was ook niet makkelijker. Tuurlijk zijn er grenzen aan je bereidheid om risico's te nemen. Ik was vorig jaar op de Isle of Man TT. Ik vertrok na een dag. Dat is gewoon te veel risico, te veel gevaar. Aan de andere kant loopt de Formule 1 op dit gebied te ver achter. MotoGP is het gulden middenweg."