Hoewel veel van de ogen gericht zijn op de wagens van 2024, wordt er bij Red Bull Racing ook met man en macht gewerkt aan het klaarstomen van het Red Bull Powertrains-project. Volgens Christian Horner moet er nog een hoop gebeuren in een relatief korte periode.
Hoewel het voor veel merken die de Formule 1 binnenkomen vaak makkelijk is om aan een motor te komen, daar het vaak al autofabrikanten betreft, is het voor Red Bull natuurlijk een stukje anders. De energiedrankjesfabrikant moet het doen met motoren van andere leveranciers en die hebben ze door de jaren heen dan ook verschillenden gehad. Zo was er het niet zo succesvolle Renault-tijdperk en beleefde men juist wél een mooie tijd samen met Honda.
Niet lang meer
Zij trokken zich echter plotsklaps terug uit de koningsklasse en dus besloot Red Bull om het heft - met de nodige hulp van Honda - in eigen hand te te nemen. Inmiddels wordt er dus druk gewerkt aan het Red Bull Powertrains-project, de eigen motoren die vanaf 2026 in de Red Bull moeten liggen. Een stressvolle onderneming, blijkt ook uit woorden van Horner: "Het is druk. Het duurt nog 24 maanden voordat de motor in de RB22 ligt. Dat is niet zo lang in de wereld van de motoren, dus er is nog een hele hoop te doen in een hele korte periode", vertelt hij aan PlanetF1.
Niks prijsgeven
Horner blijft echter positief: "Ik heb het vertrouwen dat wij de juiste mensen hebben en dat we het voor elkaar krijgen." Hij krijgt vervolgens de vraag hoe zij staan tegenover Ferrari, dat volgens de berichten de motor voor 2026 al fysiek ontwikkeld heeft én heeft laten draaien: "We gaan nog niet in detail treden over de plek waar we nu staan. We zitten in ons traject. We moeten echter nog een hoop werk verzetten. Dat komt omdat we het opnemen tegen ontwikkelaars die decennia aan ervaring hebben. Red Bull zat dertig maanden geleden met dit project nog in de kinderschoenen. Het is dus ongelofelijk wat we in dertien maanden bereikt hebben."