close global

Welcome to GPFans

CHOOSE YOUR COUNTRY

  • NL
  • GB
  • ES-MX
  • US
  • NL
Hoe een Formule 1-team werd opgelicht door een Nigeriaanse prins | GPFans Special

Hoe een Formule 1-team werd opgelicht door een Nigeriaanse prins | GPFans Special

Hoe een Formule 1-team werd opgelicht door een Nigeriaanse prins | GPFans Special

Hoe een Formule 1-team werd opgelicht door een Nigeriaanse prins | GPFans Special

Arrows behoort tot het groepje middenmoters of achterblijvers in de Formule 1 dat we nooit meer zullen vergeten, net als Minardi en Jordan. Vanaf 1999 ging het bergafwaarts voor het team dat bijna een kwart eeuw deelnam aan de koningsklasse van de autosport. Dat begon allemaal bij een Nigeriaanse prins.

Arrows Grand Prix International werd in november 1977 opgericht door de Italiaanse zakenman Franco Ambrosio, voormalig F1-coureurs Alan Rees en Jackie Oliver, ontwerper Dave Wass en technisch directeur Tony Southgate. De eerste letters van de achternamen vormden AROWS en het team Arrows werd zo geboren. Nog geen drie maanden later stonden ze op 29 januari al op de grid van de Braziliaanse Grand Prix van 1978 met Riccardo Patrese. De FA1-bolide van Arrows was een kopie van de Shadow DN9. Southgate had deze ontworpen als Shadow-adviseur en niet als Shadow-werknemer, en dus dacht hij de rechten te hebben op het gebruik van dat ontwerp. Echter, de FA1 werd verbannen halverwege het seizoen door het Londense Hooggerechtshof. Gelukkig was Wass op tijd met de zelf ontworpen A1 en dus hoefde Arrows in haar debuutseizoen geen race te missen.

Podiums en pole position

Met die rechtszaak achter de rug kon Arrows zich focussen op het behalen van punten. Patrese scoorde meteen goed met tweede plekken in de Zweedse Grand Prix van 1978, de Grand Prix van de Verenigde Staten West van 1980 en de Grand Prix van San Marino van 1981. Daar kwam nog een podium in de 1981-wedstrijd van Brazilië bij evenals een pole position op het stratencircuit van Long Beach in Californië. Na jaren met de solide Ford Cosworth DFV-V8 te hebben geracet, sloot Arrows vanaf 1984 een deal met BMW voor de krachtige viercilinder turbo. Thierry Boutsen verdiende een jaar later de tweede plaats op het circuit van Imola. Arrows maakte haar beste seizoen ooit mee in de Formule 1 in 1988. Eddie Cheever en Derek Warwick sleepten 23 punten bij elkaar, mede dankzij Cheevers derde positie op Monza, wat goed was voor de zesde stek in het constructeurskampioenschap. De Britse formatie maakte een prima transitie mee van de BMW-turbomotoren naar de atmosferische krachtbronnen van Ford Cosworth en werd zevende in 1989 na een podium in Cheevers thuisrace op het stratencircuit van Phoenix.

Patrese in de Arrows A2 tijdens de Grand Prix van Italië van 1979 op Monza

Footwork neemt Arrows over

Footwork Express sponsorde Arrows vanaf 1990 en het Japanse logistiek bedrijf nam het team een jaar later over. Ze sloten een deal met Porsche, maar de V12 van de Duitse fabrikant was niet alleen langzaam, maar ook nog eens onbetrouwbaar. Na zes races werd de Ford Cosworth-V8 weer achterin de Footwork gepropt, maar resultaten bleven uit. Dankzij de Japanse connecties wist de renstal voor 1992 Mugen-Honda te tekenen als motorleverancier, en Michele Alboreto en de teruggekeerde Warwick konden weer punten scoren. Vanaf 1995 stapte Footwork over op de Hart-V8 van de Britse engineer Brian Hart. Gianni Morbidelli kwam in de seizoensafsluiter in Adelaide op het podium terecht. Jos Verstappen tekende in 1996 voor Footwork en scoorde in Argentinië het enige puntje dat seizoen. Aan het begin van dat jaar nam Brits en Europees toerwagenkampioen Tom Walkinshaw, die overigens ook de engineering director was van Benetton, toen Michael Schumacher daar zijn eerste twee wereldtitels pakte, de aandelen in het team over van Rees. Naast de 40 procent van Walkinshaw had diens zakenpartner Peter Dambrough 11 procent van de aandelen, terwijl Oliver de overgebleven 49 procent in handen had. De Footwork-naam verdween uit de Formule 1 en maakte voor 1997 weer plaats voor Arrows.

Verstappen op weg naar de zesde plaats in Buenos Aires

Overwinning net misgelopen

Regerend wereldkampioen Damon Hill moest na 1996 zijn koffers pakken bij Williams en nam voor 1997 genoegen met een zitje bij Arrows dat op de Yamaha-V10 was overgestapt. Walkinshaw had plannen om van Arrows een wereldkampioenschapsteam te maken. Om Hills salaris te kunnen betalen, werd Pedro Diniz, wiens vader de oprichter en eigenaar was van de goedlopende Braziliaanse supermarkt Pão de Açúcar, ingehuurd als tweede coureur. Hill leek de Hongaarse Grand Prix op sensationele wijze te winnen, totdat hij in de laatste ronde snelheid verloor vanwege een hydraulisch probleem en Jacques Villeneuve aan zich voorbij zag gaan. Zijn tweede plek zou het laatste podium zijn voor Arrows. Hill vertrok naar Jordan en in 1998, met Diniz en Mika Salo, werd Arrows zevende bij de constructeurs. De legendarische ontwerper John Barnard verliet het team na een ruzie met Walkinshaw wiens team nu in de financiële problemen zat. Een deal om zijn aandelen te verkopen aan Zakspeed voor 40 miljoen dollar ging niet door. Arrows nam motorfabrikant Hart over om naast F1-team ook motorleverancier te worden en dat was natuurlijk ook niet goedkoop. Vervolgens nam Diniz zijn supermarktgeld mee naar Sauber waarop Arrows een rechtszaak aanspande tegen de coureur, maar deze verloor.

Hill haalt Schumacher in voor de leiding op de Hungaroring

OOK INTERESSANT: Van 1 naar 20 A4'tjes: de evolutie van de motorreglementen in de Formule 1 | GPFans Special

T-Minus

Pedro de la Rosa, met geld van oliemaatschappij Repsol, en Toranosuke Takagi, met geld van auto-onderdelenfabrikant PIAA, tekenden als coureurs bij Arrows voor 1999, maar dat was niet genoeg om de toekomst van het team te verzekeren. Plotseling verscheen daar Malik Ado-Ibrahim, een zakenman uit Nigeria die beweerde een prins te zijn. Hij vertelde Arrows bereid te zijn 125 miljoen dollar (wat tegenwoordig bijna 240 miljoen dollar zou zijn) in het team te steken. Oliver, die nog altijd 49 procent van de aandelen had, kon zo worden uitgekocht. Walkinshaw en Ado-Ibrahim zouden 55 procent van de aandelen delen, terwijl Morgan Grenfell de overige 45 procent overkocht. De investeringsbank was ingeschakeld om het geld van de Nigeriaanse prins bij Arrows te brengen. Nadat de deal met Ado-Ibrahim was gesloten, verscheen de sponsor 'T-Minus' op de Arrows A20. Maar wat was T-Minus eigenlijk? Het zou geld binnenharken door energydrankjes te verkopen. Daarnaast zou het samenwerken met luxemerken uit de auto-industrie en de kledingindustrie, deze ombouwen naar het T-Minus-merk en vervolgens de producten zelf weer verkopen. Echter, mensen stonden nou niet bepaald in de rij voor een nep-Lamborghini uit Nigeria. Uiteindelijk bleek T-Minus simpelweg niks te zijn of überhaupt niet te bestaan.

De prins verdwijnt

Arrows maakte qua resultaten in 1999 een van haar slechtste seizoenen mee. De la Rosa scoorde wel een punt met de zesde plek in de seizoensopener in Australië, en Takagi werd zevende, maar dat kwam omdat er zoveel uitvallers waren. Slechts acht van de 22 coureurs kwamen namelijk aan de finish met de Ferrari van Michael Schumacher op P8 op een ronde achterstand na een lekke band, een kapotte voorvleugel en stuurproblemen. De twee mannen van Arrows zouden verder in het seizoen nauwelijks nog een race uitrijden en waren over het algemeen vaak langzamer dan de Minardi en de BAR. En de Nigeriaanse prins? Ado-Ibrahim was in de tweede helft van het seizoen nergens meer te bekennen in de paddock van de Formule 1. Een werknemer van Arrows liet vervolgens aan de media weten dat "het T-Minus-merk absoluut geen geld heeft overgemaakt tijdens het seizoen" en dat "het simpelweg een droom in het hoofd van de prins was en er niks uit voort gekomen is".

Ado-Ibrahim (links) en Walkinshaw (rechts) bij de launch van de Arrows in 1999

Arrows krijgt Nederlands tintje

De Morgan Grenfell-bank moest een boel geld aan Arrows uitlenen, zodat het team kon blijven bestaan, en zo liepen de schulden op. De T-Minus-stickers bleven tot en met de Europese Grand Prix op de Nürburgring zichtbaar, totdat het Nederlandse softwarebedrijf Baan de nieuwe sponsor werd van Arrows voor de seizoensafsluitende wedstrijden in Maleisië en Japan. Takagi werd na 1999 ontslagen. De communicatie tussen hem en het team verliep niet bepaald soepeltjes, aangezien Takagi geen woord Engels sprak en de Britse engineers weer geen woord Japans. Tom Coronel maakte nog kans op het zitje voor het seizoen 2000 en testte voor Arrows in de winter, maar uiteindelijk werd Jos Verstappen de vervanger van Takagi. De onbetrouwbare A20 werd omgebouwd tot de Arrows AX3-driezitter, en Ado-Ibrahim is ondertussen de CEO van Nigus Enfinity geworden en houdt zich bezig met elektrische auto's. Hij deed vorig jaar tevergeefs mee aan de presidentiële verkiezingen in Nigeria.

Credit: @TomCoronel op X | Coronel test voor Arrows op Circuit de Barcelona-Catalunya

Verstappen sleept punten binnen

Arrows kreeg vanaf 2000 steun van het Franse telecombedrijf Orange en schrapte haar eigen motorproject. De voorkeur ging naar Supertec, een Nederlands bedrijf dat oude Renault F1-motoren opvoerde. Deze krachtbron was verrassend rap op de rechte stukken wat het team aan een handjevol punten hielp. Arrows werd zevende bij de constructeurs met zeven punten. Verstappen werd vijfde in Canada en liep het podium in Italië mis op zeven seconden. De la Rosa werd tweemaal zesde op de Duitse circuits van de Nürburgring en de Hockenheimring. Renault Sport nam Supertec over en begon zich te focussen op haar eigen Formule 1-team voor 2002, en dus vond Arrows voor 2001 een nieuwe motorleverancier in Asiatech wat het motorprogramma van Peugeot had overgenomen. Competitief was deze krachtbron niet. Prost werd met Peugeot namelijk laatste in het kampioenschap in 2000. Arrows scoorde dan ook maar één puntje dankzij Verstappen, toen hij zesde werd in Oostenrijk. Wel wist de Nederlander het gevecht aan te gaan om de podiumposities met Mika Häkkinen, Michael Schumacher en Jarno Trulli tijdens de kletsnatte en spectaculaire Grand Prix van Maleisië, maar uiteindelijk zakte hij terug naar de zevende stek.

Verstappen in gevecht met de Ferrari van Michael Schumacher op het circuit van Sepang

Het einde van Arrows

Achter de schermen zag het er slechter en slechter uit voor Arrows. Paul Stoddart zou met zijn vliegtuigmaatschappij European Aviation voor een financiële boost zorgen, maar besloot later zijn geld liever te willen steken in Minardi. Ondertussen draaide Eurobet, een sponsor waar de eerdergenoemde investeringsbank Morgan Grenfell de eigenaar van was, ontzettend veel verlies en dus hoefde Arrows daar ook geen geld meer van te verwachten. Red Bull kwam overeen met Arrows om meer geld in het team te investeren, maar alleen als Enrique Bernoldi een zitje kreeg voor het seizoen van 2001. De Braziliaanse Red Bull-atleet scoorde dat jaar echter geen enkel punt. De Cosworth-aangedreven A23 was de laatste F1-bolide die Arrows zou bouwen. Deze was voor Verstappen ontworpen en de Nederlander had ook een contract voor 2002, maar hij werd op het laatste moment vervangen door Heinz-Harald Frentzen, omdat de Duitser meer sponsorgeld meenam. Dat jaar zou echter het laatste seizoen in de koningsklasse worden voor Arrows. Naast de rechtszaak van Diniz die nog altijd liep, werd Arrows nu aangeklaagd door Verstappen vanwege contractbreuk.

Sato tijdens de Bahrein Grand Prix van 2006, de eerste race voor Super Aguri

Minardi en Super Aguri

De A23 was niet de langzaamste auto in het veld en Frentzen wist twee puntjes te scoren, maar vanwege de oplopende schulden werd Duitsland, de twaalfde van zeventien Grands Prix van 2002, de laatste race voor Arrows. Op Magny-Cours in Frankrijk het weekend daarvoor reden Bernoldi en Frentzen expres langzaam in de kwalificatie, zodat ze niet mee mochten doen aan de race en zo kon Arrows nog wat materiaal sparen, maar het was niet genoeg om het seizoen af te kunnen maken. Craig Pollock van BAR en Dietrich Mateschitz van Red Bull poogden nog Arrows over te nemen, maar Walkinshaw vroeg simpelweg om teveel geld. Stoddart kocht de intellectuele eigendomsrechten van de A23 op en gebruikte die Arrows als inspiratie voor zijn Minardi PS04B van 2004. Twee jaar later kocht Super Aguri de overige Arrows A23-bolides en het nieuwe team uit Japan zette deze in als de Super Aguri SA05 voor de eerste helft van het Formule 1-seizoen van 2006. Super Aguri overleefde het niet lang in de Formule 1 en ging na vier races in 2008 failliet.

Gerelateerd

Formule 1 Minardi BMW Jordan
Waarom 2025 alle potentie heeft om het seizoen 2021 van dit tijdperk in F1 te worden
F1 in 2025

Waarom 2025 alle potentie heeft om het seizoen 2021 van dit tijdperk in F1 te worden

  • Vandaag 08:06
De grootste gevaren op de weg uit de geschiedenis van de Formule 1
Longread ✍️

De grootste gevaren op de weg uit de geschiedenis van de Formule 1

  • Gisteren 18:59
  • 1
Ontdek het op Google Play