Het afspelen van het volkslied na een Grand Prix in de Formule 1 is een traditie zo oud als de koningsklasse zelf. Het is niet alleen voor de winnende coureur, maar ook voor de zegevierende constructeur. Het volkslied dat het vaakst heeft geklonken is die van Groot-Brittannië, maar voor het eerst sinds 1952 werd God Save the Queen of King niet in een seizoen afgespeeld.
Zoals iedereen wel weet, maakte Max Verstappen een dominant seizoen mee in de Formule 1 dit jaar. Hij won negentien Grands Prix op jacht naar zijn derde wereldkampioenschap. Alleen de wedstrijden in Saoedi-Arabië, Azerbeidzjan en Singapore wist de coureur van Red Bull Racing niet op zijn naam te schrijven. Naast dat het Wilhelmus, wat uiteraard het volkslied van Nederland is, maar liefst negentien keer klonk, werd het Himno Nacional Mexicano nog twee keer afgespeeld en het Spaanse Marcha Real één keer. Sergio Pérez kwam namelijk in Azerbeidzjan en Saoedi-Arabië als eerste over de streep, terwijl Carlos Sainz in Singapore won. Ook al staat de fabriek van Red Bull in Milton Keynes in Groot-Brittannië, het team is Oostenrijks en dus klonk het Land der Berge, Land am Strome maar liefst 21 keer in 2023. Dankzij Ferrari werd Il Canto degli Italiani afgespeeld na de zege van Sainz.
Hawthorn eerste winnaar uit Verenigd Koninkrijk
Het Britse volkslied heeft meer dan 800 keer geklonken in de Formule 1, vaker dan de Italiaanse, Duitse, Franse, Braziliaanse, Oostenrijkse en Nederlandse volksliederen bij elkaar. Echter, voor de fans uit het Verenigd Koninkrijk was 2023 een teleurstellend jaar, want God Save the Queen of King werd geen enkele keer afgespeeld. Dit gebeurde alleen eerder in 1950, 1951 en 1952, toen de Argentijnse, Amerikaanse en Italiaanse volksliederen klonken voor onder andere Juan Manuel Fangio, Alfa Romeo, Ferrari, Alberto Ascari en de winnaars van de Indianapolis 500. Het Britse volkslied werd voor het eerst na een Grand Prix afgespeeld, toen Mike Hawthorn uit Doncaster de Franse Grand Prix in Reims won in 1953. Hij zegevierde ook in de Spaanse Grand Prix van 1954, voordat Londenaar Stirling Moss als eerste over de streep kwam in zijn thuisrace op Aintree in 1955. Steeds meer Britse coureurs begonnen zich vooraan het Formule 1-veld te melden, zoals Peter Collins en Tony Brooks evenals constructeur Vanwall.
De jaren zestig werd gedomineerd door Britse constructeurs als Brabham, BRM, Cooper, Lotus en McLaren. Het Verenigd Koninkrijk produceerde wereldkampioenen in de vorm van Jim Clark, Graham Hill, Jackie Stewart en John Surtees. Aan het begin van de jaren zeventig was Tyrrell het te kloppen team. In 1973 werd zelfs elke Grand Prix door een Britse constructeur gewonnen. James Hunt sleepte de wereldtitel binnen in 1976 en vanaf 1979 zagen we de opmars van Williams dat in 1980 en 1981 kampioen werd bij de constructeurs. Ook in 1986, 1991, 1992 en 1993 werd elke race door een team uit Groot-Brittannië gewonnen sinds Benetton zich steeds vaker vooraan bevond. Nigel Mansell, Damon Hill, Benetton, McLaren en Williams werden wereldkampioen in de jaren negentig. Ook na de Belgische Grand Prix van 1998 klonk het Britse volkslied, omdat de Formule 1 de cassetteband van het Ierse volkslied niet kon vinden, toen Jordan haar eerste zege had gepakt. Dankzij de opmars van Michael Schumacher en Ferrari klonk het Britse volkslied steeds minder, totdat Lewis Hamilton zijn debuut maakte in 2007. Hij won in elk seizoen tot en met 2021 een Grand Prix. George Russell was verantwoordelijk voor de enige keer dat het Britse volkslied klonk in 2022, toen hij in São Paulo won. Hamilton, Lando Norris en Russell, en Aston Martin, McLaren en Williams wisten in 2023 niet te winnen.